يونس

 

Yunus

 

Jonah

1 - Yunus (Jonah) - 001

الٓرۚ تِلۡكَ ءَايَٰتُ ٱلۡكِتَٰبِ ٱلۡحَكِيمِ
Alif, Lam, Ra.[1] Dit zijn de verzen van het boek met wijsheid gevuld.
[1] Bekijk de voetnoten van vers 1 van Soera Al-Baqarah.

2 - Yunus (Jonah) - 002

أَكَانَ لِلنَّاسِ عَجَبًا أَنۡ أَوۡحَيۡنَآ إِلَىٰ رَجُلٖ مِّنۡهُمۡ أَنۡ أَنذِرِ ٱلنَّاسَ وَبَشِّرِ ٱلَّذِينَ ءَامَنُوٓاْ أَنَّ لَهُمۡ قَدَمَ صِدۡقٍ عِندَ رَبِّهِمۡۗ قَالَ ٱلۡكَٰفِرُونَ إِنَّ هَٰذَا لَسَٰحِرٞ مُّبِينٌ
Is het verbazendwekkend voor de mensheid dat Wij Onze openbaring naar een man (de Profeet mohammed vrede zij met hem) uit hun gemeenschap hebben gestuurd (zeggende): “Waarschuw de mensheid en geef het goede nieuws aan degenen die geloven, dat zij van hun Heer de beloningen van hun goede daden zullen krijgen.” (Maar) de ongelovigen zeggen: “Dit is zeker een duidelijke tovenaar!”

3 - Yunus (Jonah) - 003

إِنَّ رَبَّكُمُ ٱللَّهُ ٱلَّذِي خَلَقَ ٱلسَّمَٰوَٰتِ وَٱلۡأَرۡضَ فِي سِتَّةِ أَيَّامٖ ثُمَّ ٱسۡتَوَىٰ عَلَى ٱلۡعَرۡشِۖ يُدَبِّرُ ٱلۡأَمۡرَۖ مَا مِن شَفِيعٍ إِلَّا مِنۢ بَعۡدِ إِذۡنِهِۦۚ ذَٰلِكُمُ ٱللَّهُ رَبُّكُمۡ فَٱعۡبُدُوهُۚ أَفَلَا تَذَكَّرُونَ
Zeker, jullie Heer is Allah, Die de hemelen en de aarde in zes dagen heeft geschapen en toen boven de troon verheven is, alle dingen besturend. Geen bemiddelaar zonder Zijn toestemming. Dat is Allah, jullie Heer; aanbid Hem dus (alleen). Trekken jullie er dan geen lering uit?

4 - Yunus (Jonah) - 004

إِلَيۡهِ مَرۡجِعُكُمۡ جَمِيعٗاۖ وَعۡدَ ٱللَّهِ حَقًّاۚ إِنَّهُۥ يَبۡدَؤُاْ ٱلۡخَلۡقَ ثُمَّ يُعِيدُهُۥ لِيَجۡزِيَ ٱلَّذِينَ ءَامَنُواْ وَعَمِلُواْ ٱلصَّـٰلِحَٰتِ بِٱلۡقِسۡطِۚ وَٱلَّذِينَ كَفَرُواْ لَهُمۡ شَرَابٞ مِّنۡ حَمِيمٖ وَعَذَابٌ أَلِيمُۢ بِمَا كَانُواْ يَكۡفُرُونَ
Tot Hem is de terugkeer van jullie allen. De belofte van Allah is waar. Hij is het Die de schepping begint en het daarna zal herhalen; dat Hij degenen die geloven en goede daden verrichten moge belonen. Maar degenen die ongelovig zijn, zullen een dronk van kokende vloeistoffen hebben en een pijnlijke bestraffing ondergaan omdat zij ongelovig waren.

5 - Yunus (Jonah) - 005

هُوَ ٱلَّذِي جَعَلَ ٱلشَّمۡسَ ضِيَآءٗ وَٱلۡقَمَرَ نُورٗا وَقَدَّرَهُۥ مَنَازِلَ لِتَعۡلَمُواْ عَدَدَ ٱلسِّنِينَ وَٱلۡحِسَابَۚ مَا خَلَقَ ٱللَّهُ ذَٰلِكَ إِلَّا بِٱلۡحَقِّۚ يُفَصِّلُ ٱلۡأٓيَٰتِ لِقَوۡمٖ يَعۡلَمُونَ
Hij is het die de zon als schijnend object maakte en de maan als een licht en haar fasen uitgemeten heeft, zodat jullie het aantal jaren weten en de berekening. Allah heeft dit niet anders dan in waarheid geschapen. Hij legt de tekenen nauwkeurig uit voor de mensen die kennis hebben.

6 - Yunus (Jonah) - 006

إِنَّ فِي ٱخۡتِلَٰفِ ٱلَّيۡلِ وَٱلنَّهَارِ وَمَا خَلَقَ ٱللَّهُ فِي ٱلسَّمَٰوَٰتِ وَٱلۡأَرۡضِ لَأٓيَٰتٖ لِّقَوۡمٖ يَتَّقُونَ
Waarlijk, de afwisseling van dag en nacht en alles wat Allah in de hemelen en op aarde geschapen heeft, zijn tekenen voor de mensen die hun plicht ten opzichte van Allah vervullen en Hem veel vrezen.

7 - Yunus (Jonah) - 007

إِنَّ ٱلَّذِينَ لَا يَرۡجُونَ لِقَآءَنَا وَرَضُواْ بِٱلۡحَيَوٰةِ ٱلدُّنۡيَا وَٱطۡمَأَنُّواْ بِهَا وَٱلَّذِينَ هُمۡ عَنۡ ءَايَٰتِنَا غَٰفِلُونَ
Waarlijk, degenen die niet op een ontmoeting met Ons hopen, maar tevreden zijn met het leven in de huidige wereld en er gerust mee zijn (dit zijn daden van het hart vandaar dat de moslim zich daar veel bezig mee moet houden dus zijn hart reinigen tot hij Allah ontmoet), en degenen die onachtzaam voor Onze tekenen zijn.

8 - Yunus (Jonah) - 008

أُوْلَـٰٓئِكَ مَأۡوَىٰهُمُ ٱلنَّارُ بِمَا كَانُواْ يَكۡسِبُونَ
Voor hen zal hun verblijfplaats het vuur zijn, door datgene wat zij verdiend hebben.

9 - Yunus (Jonah) - 009

إِنَّ ٱلَّذِينَ ءَامَنُواْ وَعَمِلُواْ ٱلصَّـٰلِحَٰتِ يَهۡدِيهِمۡ رَبُّهُم بِإِيمَٰنِهِمۡۖ تَجۡرِي مِن تَحۡتِهِمُ ٱلۡأَنۡهَٰرُ فِي جَنَّـٰتِ ٱلنَّعِيمِ
Waarlijk, degene die geloven en goede daden verrichten, zullen door hun Heer geleid worden door hun geloof; onder hen zullen rivieren stromen in de tuinen der geneugten.

10 - Yunus (Jonah) - 010

دَعۡوَىٰهُمۡ فِيهَا سُبۡحَٰنَكَ ٱللَّهُمَّ وَتَحِيَّتُهُمۡ فِيهَا سَلَٰمٞۚ وَءَاخِرُ دَعۡوَىٰهُمۡ أَنِ ٱلۡحَمۡدُ لِلَّهِ رَبِّ ٱلۡعَٰلَمِينَ
Hun manier van verzoek zal daarin zijn: “Verheerlijkt zij U, O Allah” en “vrede’ zal hun groet daarin zijn en de afsluiting van hun verzoek zal zijn: “Alle lof en dank aan Allah, de Heer van de wereldwezens”.

11 - Yunus (Jonah) - 011

۞وَلَوۡ يُعَجِّلُ ٱللَّهُ لِلنَّاسِ ٱلشَّرَّ ٱسۡتِعۡجَالَهُم بِٱلۡخَيۡرِ لَقُضِيَ إِلَيۡهِمۡ أَجَلُهُمۡۖ فَنَذَرُ ٱلَّذِينَ لَا يَرۡجُونَ لِقَآءَنَا فِي طُغۡيَٰنِهِمۡ يَعۡمَهُونَ
En als Allah voor de mensheid het kwade zou bespoedigen, zoals hij het goede voor hun bespoedigt, Dan zouden zij vernietigt zijn dus laten wij degenen die geen ontmoeting met Ons verwachten in hun overtredingen, blind ronddwalen in verwarring.

12 - Yunus (Jonah) - 012

وَإِذَا مَسَّ ٱلۡإِنسَٰنَ ٱلضُّرُّ دَعَانَا لِجَنۢبِهِۦٓ أَوۡ قَاعِدًا أَوۡ قَآئِمٗا فَلَمَّا كَشَفۡنَا عَنۡهُ ضُرَّهُۥ مَرَّ كَأَن لَّمۡ يَدۡعُنَآ إِلَىٰ ضُرّٖ مَّسَّهُۥۚ كَذَٰلِكَ زُيِّنَ لِلۡمُسۡرِفِينَ مَا كَانُواْ يَعۡمَلُونَ
En als het kwaad de mens raakt, roept hij Ons, liggend op zijn zijde, zittend of staand, maar als Wij het kwaad van hem verwijderd hebben, gaat hij door op zijn weg alsof hij Ons nooit aangeroepen heeft voor een kwaad wat hem bedreigde! Dus zo lijkt het voor de buitensporigen mooi wat zij gedaan hebben.

13 - Yunus (Jonah) - 013

وَلَقَدۡ أَهۡلَكۡنَا ٱلۡقُرُونَ مِن قَبۡلِكُمۡ لَمَّا ظَلَمُواْ وَجَآءَتۡهُمۡ رُسُلُهُم بِٱلۡبَيِّنَٰتِ وَمَا كَانُواْ لِيُؤۡمِنُواْۚ كَذَٰلِكَ نَجۡزِي ٱلۡقَوۡمَ ٱلۡمُجۡرِمِينَ
En voorwaar, toen zij zondigden hebben Wij generaties voor jullie vernietigd, terwijl hun boodschappers met duidelijke bewijzen bij hen kwamen, maar zij behoorden niet tot degenen die geloofden. Dus vergelden Wij de mensen die misdadigers zijn.

14 - Yunus (Jonah) - 014

ثُمَّ جَعَلۡنَٰكُمۡ خَلَـٰٓئِفَ فِي ٱلۡأَرۡضِ مِنۢ بَعۡدِهِمۡ لِنَنظُرَ كَيۡفَ تَعۡمَلُونَ
Toen lieten Wij jullie na hen volgen, generatie na generatie op aarde, zodat Wij konden zien hoe jullie werkten!

15 - Yunus (Jonah) - 015

وَإِذَا تُتۡلَىٰ عَلَيۡهِمۡ ءَايَاتُنَا بَيِّنَٰتٖ قَالَ ٱلَّذِينَ لَا يَرۡجُونَ لِقَآءَنَا ٱئۡتِ بِقُرۡءَانٍ غَيۡرِ هَٰذَآ أَوۡ بَدِّلۡهُۚ قُلۡ مَا يَكُونُ لِيٓ أَنۡ أُبَدِّلَهُۥ مِن تِلۡقَآيِٕ نَفۡسِيٓۖ إِنۡ أَتَّبِعُ إِلَّا مَا يُوحَىٰٓ إِلَيَّۖ إِنِّيٓ أَخَافُ إِنۡ عَصَيۡتُ رَبِّي عَذَابَ يَوۡمٍ عَظِيمٖ
En toen Onze duidelijke verzen voor hen gereciteerd werden, zeiden degenen die niet op een ontmoeting met Ons hoopten: “Breng ons een andere Koran dan deze, of verander het.” Zeg: “Het is niet aan mij om het op eigen gezag te veranderen; ik volg slechts dat wat aan mij geopenbaard is. Waarlijk, ik vrees als ik ongehoorzaam ben aan mijn Heer de bestraffing van de grote dag.”

16 - Yunus (Jonah) - 016

قُل لَّوۡ شَآءَ ٱللَّهُ مَا تَلَوۡتُهُۥ عَلَيۡكُمۡ وَلَآ أَدۡرَىٰكُم بِهِۦۖ فَقَدۡ لَبِثۡتُ فِيكُمۡ عُمُرٗا مِّن قَبۡلِهِۦٓۚ أَفَلَا تَعۡقِلُونَ
Zeg: “Als Allah het gewild had, dan zou ik het niet voor jullie reciteren of zou Hij het niet aan jullie bekend maken. Waarlijk, ik heb reeds een leven lang hiervoor in jullie midden verkeerd. Hebben jullie dan geen verstand?”

17 - Yunus (Jonah) - 017

فَمَنۡ أَظۡلَمُ مِمَّنِ ٱفۡتَرَىٰ عَلَى ٱللَّهِ كَذِبًا أَوۡ كَذَّبَ بِـَٔايَٰتِهِۦٓۚ إِنَّهُۥ لَا يُفۡلِحُ ٱلۡمُجۡرِمُونَ
Wie begaat er een grotere zonden dan degenen die een leugen over Allah verzint of Zijn tekenen ontkent? Zeker, de misdadigers zullen nooit slagen!

18 - Yunus (Jonah) - 018

وَيَعۡبُدُونَ مِن دُونِ ٱللَّهِ مَا لَا يَضُرُّهُمۡ وَلَا يَنفَعُهُمۡ وَيَقُولُونَ هَـٰٓؤُلَآءِ شُفَعَـٰٓؤُنَا عِندَ ٱللَّهِۚ قُلۡ أَتُنَبِّـُٔونَ ٱللَّهَ بِمَا لَا يَعۡلَمُ فِي ٱلسَّمَٰوَٰتِ وَلَا فِي ٱلۡأَرۡضِۚ سُبۡحَٰنَهُۥ وَتَعَٰلَىٰ عَمَّا يُشۡرِكُونَ
En dan naast Allah zaken aanbidden die hen niet schaden, maar waar zij ook geen profijt van hebben en zij zeggen: “Dit zijn onze bemiddelaars bij Allah.” Zeg: “Vertellen jullie Allah iets waarvan Hij in de hemelen of op aarde geen weet heeft?” Verheerlijkt en verheven is Hij boven alles wat zij Hem als deelgenoten toekennen!

19 - Yunus (Jonah) - 019

وَمَا كَانَ ٱلنَّاسُ إِلَّآ أُمَّةٗ وَٰحِدَةٗ فَٱخۡتَلَفُواْۚ وَلَوۡلَا كَلِمَةٞ سَبَقَتۡ مِن رَّبِّكَ لَقُضِيَ بَيۡنَهُمۡ فِيمَا فِيهِ يَخۡتَلِفُونَ
De mensheid was een gemeenschap vervolgens verdeelden zij zich (later) en was het woord van jullie Heer niet vooruitgegaan, dan was er zeker tussen hen geoordeeld over datgene waarover zij verschilden.

20 - Yunus (Jonah) - 020

وَيَقُولُونَ لَوۡلَآ أُنزِلَ عَلَيۡهِ ءَايَةٞ مِّن رَّبِّهِۦۖ فَقُلۡ إِنَّمَا ٱلۡغَيۡبُ لِلَّهِ فَٱنتَظِرُوٓاْ إِنِّي مَعَكُم مِّنَ ٱلۡمُنتَظِرِينَ
En zij zeggen: “Waarom wordt er van onze Heer geen teken voor hem naar beneden gestuurd?” Zeg: “Het onzichtbare behoort aan alleen Allah, wacht dus, waarlijk ik ben onder degenen die wachten (op Allahs oordeel).”

21 - Yunus (Jonah) - 021

وَإِذَآ أَذَقۡنَا ٱلنَّاسَ رَحۡمَةٗ مِّنۢ بَعۡدِ ضَرَّآءَ مَسَّتۡهُمۡ إِذَا لَهُم مَّكۡرٞ فِيٓ ءَايَاتِنَاۚ قُلِ ٱللَّهُ أَسۡرَعُ مَكۡرًاۚ إِنَّ رُسُلَنَا يَكۡتُبُونَ مَا تَمۡكُرُونَ
En toen Wij de mensheid aan de genade lieten proeven nadat hen enige tegenslag getroffen had, zie! Zij zweren tegen Onze tekenen samen! Zeg: “Allah is sneller in het plannen!” Zeker, Onze Boodschappers schrijven alles waar jullie over plannen op.

22 - Yunus (Jonah) - 022

هُوَ ٱلَّذِي يُسَيِّرُكُمۡ فِي ٱلۡبَرِّ وَٱلۡبَحۡرِۖ حَتَّىٰٓ إِذَا كُنتُمۡ فِي ٱلۡفُلۡكِ وَجَرَيۡنَ بِهِم بِرِيحٖ طَيِّبَةٖ وَفَرِحُواْ بِهَا جَآءَتۡهَا رِيحٌ عَاصِفٞ وَجَآءَهُمُ ٱلۡمَوۡجُ مِن كُلِّ مَكَانٖ وَظَنُّوٓاْ أَنَّهُمۡ أُحِيطَ بِهِمۡ دَعَوُاْ ٱللَّهَ مُخۡلِصِينَ لَهُ ٱلدِّينَ لَئِنۡ أَنجَيۡتَنَا مِنۡ هَٰذِهِۦ لَنَكُونَنَّ مِنَ ٱلشَّـٰكِرِينَ
Hij is het Die het jullie mogelijk maakt om over land en zee te reizen tot jullie in de schepen zijn en jullie met hen met een gunstige wind varen, en zij zijn daar blij mee, dan komt er een storm en de golven komen van alle kanten, en zij denken dat zij daardoor omsingeld zijn, zij roepen Allah aan, en zuiveren hun geloof voor Hem alleen, zeggende: "Als U ons hiervan bevrijdt, dan zullen wij zeker dankbaar zijn."

23 - Yunus (Jonah) - 023

فَلَمَّآ أَنجَىٰهُمۡ إِذَا هُمۡ يَبۡغُونَ فِي ٱلۡأَرۡضِ بِغَيۡرِ ٱلۡحَقِّۗ يَـٰٓأَيُّهَا ٱلنَّاسُ إِنَّمَا بَغۡيُكُمۡ عَلَىٰٓ أَنفُسِكُمۖ مَّتَٰعَ ٱلۡحَيَوٰةِ ٱلدُّنۡيَاۖ ثُمَّ إِلَيۡنَا مَرۡجِعُكُمۡ فَنُنَبِّئُكُم بِمَا كُنتُمۡ تَعۡمَلُونَ
Maar als Hij hen bevrijdt, zie! Zij zijn opstandig op aarde. O Mensheid! Jullie opstandigheid is slechts tegen jullie zelf – een kort vermaak in dit wereldlijke leven, dan is jullie terugkeer tot Ons en Wij zullen jullie vertellen wat jullie gedaan hebben.

24 - Yunus (Jonah) - 024

إِنَّمَا مَثَلُ ٱلۡحَيَوٰةِ ٱلدُّنۡيَا كَمَآءٍ أَنزَلۡنَٰهُ مِنَ ٱلسَّمَآءِ فَٱخۡتَلَطَ بِهِۦ نَبَاتُ ٱلۡأَرۡضِ مِمَّا يَأۡكُلُ ٱلنَّاسُ وَٱلۡأَنۡعَٰمُ حَتَّىٰٓ إِذَآ أَخَذَتِ ٱلۡأَرۡضُ زُخۡرُفَهَا وَٱزَّيَّنَتۡ وَظَنَّ أَهۡلُهَآ أَنَّهُمۡ قَٰدِرُونَ عَلَيۡهَآ أَتَىٰهَآ أَمۡرُنَا لَيۡلًا أَوۡ نَهَارٗا فَجَعَلۡنَٰهَا حَصِيدٗا كَأَن لَّمۡ تَغۡنَ بِٱلۡأَمۡسِۚ كَذَٰلِكَ نُفَصِّلُ ٱلۡأٓيَٰتِ لِقَوۡمٖ يَتَفَكَّرُونَ
Waarlijk, de gelijkenis van (dit) wereldlijke leven is als de regen die Wij uit de hemel naar beneden sturen, waardoor de aarde allerlei gewassen voortbrengt, waarvan de mens en de dieren eten totdat de aarde bekleed is met zijn versieringen en volledig versierd wordt, en haar bevolking denkt dat zij al de macht over de beschikking daarvan heeft. Ons bevel hen dan bereikt bij nacht of bij dag en Wij maken het als een leeg gemaaid veld, alsof het gisteren niet gebloeid had! Dus Wij leggen Onze tekenen nauwkeurig uit aan een volk dat nadenkt.

25 - Yunus (Jonah) - 025

وَٱللَّهُ يَدۡعُوٓاْ إِلَىٰ دَارِ ٱلسَّلَٰمِ وَيَهۡدِي مَن يَشَآءُ إِلَىٰ صِرَٰطٖ مُّسۡتَقِيمٖ
Allah roept op naar het Huis van de Vrede en leidt wie Hij wil op het rechte pad.

26 - Yunus (Jonah) - 026

۞لِّلَّذِينَ أَحۡسَنُواْ ٱلۡحُسۡنَىٰ وَزِيَادَةٞۖ وَلَا يَرۡهَقُ وُجُوهَهُمۡ قَتَرٞ وَلَا ذِلَّةٌۚ أُوْلَـٰٓئِكَ أَصۡحَٰبُ ٱلۡجَنَّةِۖ هُمۡ فِيهَا خَٰلِدُونَ
Voor degenen die het goede hebben gedaan is er het beste en zelfs nog meer. Noch duisternis noch stof noch enige vernedering zal hun gezicht bedekken. Zij zijn de bewoners van het paradijs, en zij zullen daarin voor altijd verblijven.

27 - Yunus (Jonah) - 027

وَٱلَّذِينَ كَسَبُواْ ٱلسَّيِّـَٔاتِ جَزَآءُ سَيِّئَةِۭ بِمِثۡلِهَا وَتَرۡهَقُهُمۡ ذِلَّةٞۖ مَّا لَهُم مِّنَ ٱللَّهِ مِنۡ عَاصِمٖۖ كَأَنَّمَآ أُغۡشِيَتۡ وُجُوهُهُمۡ قِطَعٗا مِّنَ ٱلَّيۡلِ مُظۡلِمًاۚ أُوْلَـٰٓئِكَ أَصۡحَٰبُ ٱلنَّارِۖ هُمۡ فِيهَا خَٰلِدُونَ
En degenen die slechte daden hebben gepleegd, de vergoeding van een slechte daad is gelijkwaardig daaraan, en een vernedering zal hun (gezichten) bedekken. Zij zullen voor Allah geen verdediger hebben. Hun gezichten zullen bedekt zijn zoals zij zijn, met stukken van de duisternis van de nacht. Zij zijn de bewoners van het vuur, zij zullen daarin voor altijd verblijven.

28 - Yunus (Jonah) - 028

وَيَوۡمَ نَحۡشُرُهُمۡ جَمِيعٗا ثُمَّ نَقُولُ لِلَّذِينَ أَشۡرَكُواْ مَكَانَكُمۡ أَنتُمۡ وَشُرَكَآؤُكُمۡۚ فَزَيَّلۡنَا بَيۡنَهُمۡۖ وَقَالَ شُرَكَآؤُهُم مَّا كُنتُمۡ إِيَّانَا تَعۡبُدُونَ
En de Dag waarop Wij hen allen zullen verzamelen, dan zullen Wij tegen degenen zeggen die deelgenoten in de aanbidding aan Ons toekenden: “Stop op jullie plaats! Jullie en jullie deelgenoten,” dan zullen Wij hen scheiden en de deelgenoten zullen zeggen: “Wij waren het niet die jullie aanbaden.”

29 - Yunus (Jonah) - 029

فَكَفَىٰ بِٱللَّهِ شَهِيدَۢا بَيۡنَنَا وَبَيۡنَكُمۡ إِن كُنَّا عَنۡ عِبَادَتِكُمۡ لَغَٰفِلِينَ
Zo voldoende is Allah voor ons als getuige tussen jullie en ons, dat Wij voorwaar niets wisten van jullie aanbidding.

30 - Yunus (Jonah) - 030

هُنَالِكَ تَبۡلُواْ كُلُّ نَفۡسٖ مَّآ أَسۡلَفَتۡۚ وَرُدُّوٓاْ إِلَى ٱللَّهِ مَوۡلَىٰهُمُ ٱلۡحَقِّۖ وَضَلَّ عَنۡهُم مَّا كَانُواْ يَفۡتَرُونَ
Daar (de dag des oordeel)! Iedereen zal (precies) weten wat hij hiervoor verdiend heeft, en zij zullen tot Allah teruggebracht worden, hun rechtmatig Heer en hun bedachte valse goden zullen van hen verdwijnen.

31 - Yunus (Jonah) - 031

قُلۡ مَن يَرۡزُقُكُم مِّنَ ٱلسَّمَآءِ وَٱلۡأَرۡضِ أَمَّن يَمۡلِكُ ٱلسَّمۡعَ وَٱلۡأَبۡصَٰرَ وَمَن يُخۡرِجُ ٱلۡحَيَّ مِنَ ٱلۡمَيِّتِ وَيُخۡرِجُ ٱلۡمَيِّتَ مِنَ ٱلۡحَيِّ وَمَن يُدَبِّرُ ٱلۡأَمۡرَۚ فَسَيَقُولُونَ ٱللَّهُۚ فَقُلۡ أَفَلَا تَتَّقُونَ
Zeg: “Wie voorziet jullie uit de hemel en de aarde? Of wie bezit het gehoor en het gezicht? En wie brengt de levenden voort uit de doden en de doden uit de levenden? En wie regelt de zaken? Zij zullen zeggen: “Allah.” Zeg: “Zijn jullie dan niet bang voor Allah Zijn bestraffing?”

32 - Yunus (Jonah) - 032

فَذَٰلِكُمُ ٱللَّهُ رَبُّكُمُ ٱلۡحَقُّۖ فَمَاذَا بَعۡدَ ٱلۡحَقِّ إِلَّا ٱلضَّلَٰلُۖ فَأَنَّىٰ تُصۡرَفُونَ
Dat is Allah, jullie Heer in de waarheid. Wat kan er dan na de waarheid nog zijn, behalve valsheid? Hoe kunnen jullie je dan alsnog afwenden?

33 - Yunus (Jonah) - 033

كَذَٰلِكَ حَقَّتۡ كَلِمَتُ رَبِّكَ عَلَى ٱلَّذِينَ فَسَقُوٓاْ أَنَّهُمۡ لَا يُؤۡمِنُونَ
Dus het woord van jullie Heer is gerechtvaardig tegen degenen die opstandig zijn. Voorwaar zij zullen niet geloven.

34 - Yunus (Jonah) - 034

قُلۡ هَلۡ مِن شُرَكَآئِكُم مَّن يَبۡدَؤُاْ ٱلۡخَلۡقَ ثُمَّ يُعِيدُهُۥۚ قُلِ ٱللَّهُ يَبۡدَؤُاْ ٱلۡخَلۡقَ ثُمَّ يُعِيدُهُۥۖ فَأَنَّىٰ تُؤۡفَكُونَ
Zeg: “Zijn jullie deelgenoten (valse goden) degenen die de schepping beginnen en haar herhalen?” Zeg: “Allah begint de schepping en daarna herhaalt Hij haar (na de dood). Hoe kunnen jullie dan zo afgedwaald zijn?”

35 - Yunus (Jonah) - 035

قُلۡ هَلۡ مِن شُرَكَآئِكُم مَّن يَهۡدِيٓ إِلَى ٱلۡحَقِّۚ قُلِ ٱللَّهُ يَهۡدِي لِلۡحَقِّۗ أَفَمَن يَهۡدِيٓ إِلَى ٱلۡحَقِّ أَحَقُّ أَن يُتَّبَعَ أَمَّن لَّا يَهِدِّيٓ إِلَّآ أَن يُهۡدَىٰۖ فَمَا لَكُمۡ كَيۡفَ تَحۡكُمُونَ
Zeg: “Zijn jullie deelgenoten degenen die jullie naar de waarheid leiden?” Zeg: “Het is Allah Die naar de waarheid leidt. Hij is het Die leiding tot de waarheid geeft, heeft degene die naar de waarheid leid er niet meer recht op om gevolgen te worden, dan degene die niet in staat is om te leiden behalve als hij zelf geleid wordt? Wat scheelt jullie dan? Hoe beoordelen jullie (het)?”

36 - Yunus (Jonah) - 036

وَمَا يَتَّبِعُ أَكۡثَرُهُمۡ إِلَّا ظَنًّاۚ إِنَّ ٱلظَّنَّ لَا يُغۡنِي مِنَ ٱلۡحَقِّ شَيۡـًٔاۚ إِنَّ ٱللَّهَ عَلِيمُۢ بِمَا يَفۡعَلُونَ
En de meesten van hen volgen niets anders dan gissingen. Zeker, gissingen kunnen de waarheid niet uitwissen. Zeker, Allah is goed op de hoogte wat zij doen.

37 - Yunus (Jonah) - 037

وَمَا كَانَ هَٰذَا ٱلۡقُرۡءَانُ أَن يُفۡتَرَىٰ مِن دُونِ ٱللَّهِ وَلَٰكِن تَصۡدِيقَ ٱلَّذِي بَيۡنَ يَدَيۡهِ وَتَفۡصِيلَ ٱلۡكِتَٰبِ لَا رَيۡبَ فِيهِ مِن رَّبِّ ٱلۡعَٰلَمِينَ
En deze Koran is niet iets dat ooit gemaakt kan worden dan door iemand anders dan Allah, maar het is een bevestiging van (de openbaring) die hiervoor was en een volledige uitleg van het Boek waar geen twijfel in is van de Heer van de wereldwezens.

38 - Yunus (Jonah) - 038

أَمۡ يَقُولُونَ ٱفۡتَرَىٰهُۖ قُلۡ فَأۡتُواْ بِسُورَةٖ مِّثۡلِهِۦ وَٱدۡعُواْ مَنِ ٱسۡتَطَعۡتُم مِّن دُونِ ٱللَّهِ إِن كُنتُمۡ صَٰدِقِينَ
Of zeggen zij: “Hij (de Profeet mohammed vrede zij met hem) heeft het verzonnen (de Koran)?” Zeg: “Breng dan een soerah gelijk aan het, en roep iedereen die jullie kunnen, naast Allah, als jullie waarachtig zijn!”

39 - Yunus (Jonah) - 039

بَلۡ كَذَّبُواْ بِمَا لَمۡ يُحِيطُواْ بِعِلۡمِهِۦ وَلَمَّا يَأۡتِهِمۡ تَأۡوِيلُهُۥۚ كَذَٰلِكَ كَذَّبَ ٱلَّذِينَ مِن قَبۡلِهِمۡۖ فَٱنظُرۡ كَيۡفَ كَانَ عَٰقِبَةُ ٱلظَّـٰلِمِينَ
Welzeker! zij ontkennen [1] de kennis die zij niet kunnen omvatten en waarvan er geen interpretatie (wat overeen kwam met hun lusten) tot hen is gekomen. Dus degenen vóór hen ontkenden. Zie dan wat het einde van de onrechtvaardigen is.
[1]Doordat zij zich niet volledig willen overgeven aan de wil van Allah.

40 - Yunus (Jonah) - 040

وَمِنۡهُم مَّن يُؤۡمِنُ بِهِۦ وَمِنۡهُم مَّن لَّا يُؤۡمِنُ بِهِۦۚ وَرَبُّكَ أَعۡلَمُ بِٱلۡمُفۡسِدِينَ
En van hen zijn er sommigen die daarin geloven en sommigen die daar niet in geloven en jullie Heer is goed op de hoogte van de verderfzaaiers.

41 - Yunus (Jonah) - 041

وَإِن كَذَّبُوكَ فَقُل لِّي عَمَلِي وَلَكُمۡ عَمَلُكُمۡۖ أَنتُم بَرِيٓـُٔونَ مِمَّآ أَعۡمَلُ وَأَنَا۠ بَرِيٓءٞ مِّمَّا تَعۡمَلُونَ
En als zij jou (de Profeet mohammed vrede zij met hem) verloochenen, zeg dan: “Voor mij zijn mijn daden en voor jullie zijn jullie daden! Jullie zijn niet verantwoordelijk voor wat ik doe en ik ben niet verantwoordelijk voor wat jullie doen!”

42 - Yunus (Jonah) - 042

وَمِنۡهُم مَّن يَسۡتَمِعُونَ إِلَيۡكَۚ أَفَأَنتَ تُسۡمِعُ ٱلصُّمَّ وَلَوۡ كَانُواْ لَا يَعۡقِلُونَ
En onder hen zijn er die naar jou (de Profeet mohammed vrede zij met hem) luisteren, maar kan jij doven horend maken, zelfs als zij het niet zien [1].
[1]doordat hun harten blind zijn, zijn ook hun ogen blind voor de waarheid, vandaar dat de moslim moet leren hoe hij zijn hart kan reinigen.

43 - Yunus (Jonah) - 043

وَمِنۡهُم مَّن يَنظُرُ إِلَيۡكَۚ أَفَأَنتَ تَهۡدِي ٱلۡعُمۡيَ وَلَوۡ كَانُواْ لَا يُبۡصِرُونَ
En onder hen zijn er die naar jouw (de Profeet Mohammed vrede zij met hem) kijken, maar kun jij de blinden leiden, zelfs als zij niet zien [1].
[1]dus wanneer de hart onrein is zal heel het lichaam onrein zijn en zeker niet op de waarheid afkomen.

44 - Yunus (Jonah) - 044

إِنَّ ٱللَّهَ لَا يَظۡلِمُ ٱلنَّاسَ شَيۡـٔٗا وَلَٰكِنَّ ٱلنَّاسَ أَنفُسَهُمۡ يَظۡلِمُونَ
Waarlijk! Allah doet de mensheid geen enkel onrecht aan, maar de mensheid doet zichzelf onrecht aan.

45 - Yunus (Jonah) - 045

وَيَوۡمَ يَحۡشُرُهُمۡ كَأَن لَّمۡ يَلۡبَثُوٓاْ إِلَّا سَاعَةٗ مِّنَ ٱلنَّهَارِ يَتَعَارَفُونَ بَيۡنَهُمۡۚ قَدۡ خَسِرَ ٱلَّذِينَ كَذَّبُواْ بِلِقَآءِ ٱللَّهِ وَمَا كَانُواْ مُهۡتَدِينَ
En op de Dag waarop Hij hen samen zal verzamelen (herrijzen), (zal het zijn) alsof zij slechts een uur van een dag (in het leven van deze wereld) zijn geweest Zij zullen elkaar herkennen. Geruïneerd zijn zij die de ontmoeting met Allah ontkenden en zij waren niet geleid.

46 - Yunus (Jonah) - 046

وَإِمَّا نُرِيَنَّكَ بَعۡضَ ٱلَّذِي نَعِدُهُمۡ أَوۡ نَتَوَفَّيَنَّكَ فَإِلَيۡنَا مَرۡجِعُهُمۡ ثُمَّ ٱللَّهُ شَهِيدٌ عَلَىٰ مَا يَفۡعَلُونَ
Toen Wij jou een deel van datgene dat wij aan hen beloofd hadden laten zien, - of Wij lieten jou sterven – (in beiden gevallen) is er tot Ons de terugkeer, en vervolgens is Allah de getuige over wat zij doen.

47 - Yunus (Jonah) - 047

وَلِكُلِّ أُمَّةٖ رَّسُولٞۖ فَإِذَا جَآءَ رَسُولُهُمۡ قُضِيَ بَيۡنَهُم بِٱلۡقِسۡطِ وَهُمۡ لَا يُظۡلَمُونَ
En voor iedere gemeenschap is er een boodschapper; als hun boodschapper komt, zal de zaak tussen hen met rechtvaardigheid beoordeeld worden, en zij zullen niet onrechtvaardig behandeld worden.

48 - Yunus (Jonah) - 048

وَيَقُولُونَ مَتَىٰ هَٰذَا ٱلۡوَعۡدُ إِن كُنتُمۡ صَٰدِقِينَ
En zij zeggen: “Wanneer zal deze belofte zijn, - als je de waarheid spreekt?”

49 - Yunus (Jonah) - 049

قُل لَّآ أَمۡلِكُ لِنَفۡسِي ضَرّٗا وَلَا نَفۡعًا إِلَّا مَا شَآءَ ٱللَّهُۗ لِكُلِّ أُمَّةٍ أَجَلٌۚ إِذَا جَآءَ أَجَلُهُمۡ فَلَا يَسۡتَـٔۡخِرُونَ سَاعَةٗ وَلَا يَسۡتَقۡدِمُونَ
Zeg: “Ik heb geen macht over wat voor schade of voordeel er voor mijzelf is behalve wat Allah wil. Voor elke gemeenschap is er een vastgestelde termijn; als die termijn bereikt is, kan geen uur het vertragen, nog een uur kan het bespoedigen.”

50 - Yunus (Jonah) - 050

قُلۡ أَرَءَيۡتُمۡ إِنۡ أَتَىٰكُمۡ عَذَابُهُۥ بَيَٰتًا أَوۡ نَهَارٗا مَّاذَا يَسۡتَعۡجِلُ مِنۡهُ ٱلۡمُجۡرِمُونَ
Zeg: “Vertel mij – als Zijn bestraffing jullie bij nacht of de dag zal treffen – welk deel zullen daarvan misdadigers bespoedigen?”

51 - Yunus (Jonah) - 051

أَثُمَّ إِذَا مَا وَقَعَ ءَامَنتُم بِهِۦٓۚ ءَآلۡـَٰٔنَ وَقَدۡ كُنتُم بِهِۦ تَسۡتَعۡجِلُونَ
Is het dan zo als het werkelijk gebeurd is, jullie daarin zullen geloven? (er zal tegen hen gezegd worden) Nu pas geloven jullie? En (vroeger) bespoedigden jullie het!”

52 - Yunus (Jonah) - 052

ثُمَّ قِيلَ لِلَّذِينَ ظَلَمُواْ ذُوقُواْ عَذَابَ ٱلۡخُلۡدِ هَلۡ تُجۡزَوۡنَ إِلَّا بِمَا كُنتُمۡ تَكۡسِبُونَ
Dan zal tegen degenen die zichzelf onrecht hebben aangedaan, gezegd worden: “Proef de eeuwige bestraffing! Zijn jullie vergolden voor datgene wat jullie verworven? ”

53 - Yunus (Jonah) - 053

۞وَيَسۡتَنۢبِـُٔونَكَ أَحَقٌّ هُوَۖ قُلۡ إِي وَرَبِّيٓ إِنَّهُۥ لَحَقّٞۖ وَمَآ أَنتُم بِمُعۡجِزِينَ
En zij vragen jou om hen in te lichten: “Is het waar (de straf na de dood)?” Zeg: “Jazeker! Bij mijn Heer! Het is de waarheid en jullie kunnen daarvan niet ontsnappen!”

54 - Yunus (Jonah) - 054

وَلَوۡ أَنَّ لِكُلِّ نَفۡسٖ ظَلَمَتۡ مَا فِي ٱلۡأَرۡضِ لَٱفۡتَدَتۡ بِهِۦۗ وَأَسَرُّواْ ٱلنَّدَامَةَ لَمَّا رَأَوُاْ ٱلۡعَذَابَۖ وَقُضِيَ بَيۡنَهُم بِٱلۡقِسۡطِ وَهُمۡ لَا يُظۡلَمُونَ
En als ieder persoon die onrecht heeft gedaan de hele aarde bezit en een losprijs voor zichzelf zocht, en zij zullen in hun harten spijt voelen als zij de bestraffing zien, en zij zullen rechtvaardig beoordeeld worden en hen zal geen onrecht aangedaan worden.

55 - Yunus (Jonah) - 055

أَلَآ إِنَّ لِلَّهِ مَا فِي ٱلسَّمَٰوَٰتِ وَٱلۡأَرۡضِۗ أَلَآ إِنَّ وَعۡدَ ٱللَّهِ حَقّٞ وَلَٰكِنَّ أَكۡثَرَهُمۡ لَا يَعۡلَمُونَ
Geen twijfel, zeker, alles wat in de hemelen en op aarde is behoort aan Allah. Geen twijfel, zeker Allahs belofte is waar. Maar de meesten van hen weten het niet.

56 - Yunus (Jonah) - 056

هُوَ يُحۡيِۦ وَيُمِيتُ وَإِلَيۡهِ تُرۡجَعُونَ
Hij is het Die doet leven en sterven , en tot Hem zullen jullie (allen) terugkeren.

57 - Yunus (Jonah) - 057

يَـٰٓأَيُّهَا ٱلنَّاسُ قَدۡ جَآءَتۡكُم مَّوۡعِظَةٞ مِّن رَّبِّكُمۡ وَشِفَآءٞ لِّمَا فِي ٱلصُّدُورِ وَهُدٗى وَرَحۡمَةٞ لِّلۡمُؤۡمِنِينَ
O, mensheid! Er is tot jullie een vermaning gekomen van jullie Heer (de Koran) waar in zich genezing bevindt voor (de ziektes van jullie hart en ook lichaam, Roeqia heet dat) in jullie borsten – een leiding (tegen de dwaling) en een genade voor de gelovigen.

58 - Yunus (Jonah) - 058

قُلۡ بِفَضۡلِ ٱللَّهِ وَبِرَحۡمَتِهِۦ فَبِذَٰلِكَ فَلۡيَفۡرَحُواْ هُوَ خَيۡرٞ مِّمَّا يَجۡمَعُونَ
Zeg: “Met de gunst van Allah en in Zijn genade; laat hen daarin verheugen.” Dat is beter dan de weelde die zij verzamelen.

59 - Yunus (Jonah) - 059

قُلۡ أَرَءَيۡتُم مَّآ أَنزَلَ ٱللَّهُ لَكُم مِّن رِّزۡقٖ فَجَعَلۡتُم مِّنۡهُ حَرَامٗا وَحَلَٰلٗا قُلۡ ءَآللَّهُ أَذِنَ لَكُمۡۖ أَمۡ عَلَى ٱللَّهِ تَفۡتَرُونَ
Zeg: “Vertel mij wat voor voorzieningen Allah voor jullie naar beneden heeft gestuurd. Waarvan jullie deels hebben het wettig of onwettig gemaakt.” Zeg: “Heeft Allah jullie toegestaan (dat te doen) of bedenk jullie een leugen over Allah?”

60 - Yunus (Jonah) - 060

وَمَا ظَنُّ ٱلَّذِينَ يَفۡتَرُونَ عَلَى ٱللَّهِ ٱلۡكَذِبَ يَوۡمَ ٱلۡقِيَٰمَةِۗ إِنَّ ٱللَّهَ لَذُو فَضۡلٍ عَلَى ٱلنَّاسِ وَلَٰكِنَّ أَكۡثَرَهُمۡ لَا يَشۡكُرُونَ
En wat denken degenen die leugens over Allah bedenken op de Dag der Opstanding. Waarlijk, Allah is de bezitter van de gunsten voor de mensheid, maar de meesten van hen zijn ondankbaar.

61 - Yunus (Jonah) - 061

وَمَا تَكُونُ فِي شَأۡنٖ وَمَا تَتۡلُواْ مِنۡهُ مِن قُرۡءَانٖ وَلَا تَعۡمَلُونَ مِنۡ عَمَلٍ إِلَّا كُنَّا عَلَيۡكُمۡ شُهُودًا إِذۡ تُفِيضُونَ فِيهِۚ وَمَا يَعۡزُبُ عَن رَّبِّكَ مِن مِّثۡقَالِ ذَرَّةٖ فِي ٱلۡأَرۡضِ وَلَا فِي ٱلسَّمَآءِ وَلَآ أَصۡغَرَ مِن ذَٰلِكَ وَلَآ أَكۡبَرَ إِلَّا فِي كِتَٰبٖ مُّبِينٍ
Wat jij ook doet, en welk gedeelte van de Koran jij ook reciteert – en wat jij ook doet, Wij zijn daarvan getuigen, als jullie dat doen. En niets, ter grootte van het gewicht van een atoom (of een kleine mier) is voor jouw Heer op de aarde of in de hemel verborgen. Noch wat groter of kleiner dan dat is, of er is een duidelijk boek geschreven.

62 - Yunus (Jonah) - 062

أَلَآ إِنَّ أَوۡلِيَآءَ ٱللَّهِ لَا خَوۡفٌ عَلَيۡهِمۡ وَلَا هُمۡ يَحۡزَنُونَ
Geen twijfel! Waarlijk, de helpers (awliah in het Arabisch) van Allah zullen geen vrees hebben noch zullen zij bedroefd zijn.

63 - Yunus (Jonah) - 063

ٱلَّذِينَ ءَامَنُواْ وَكَانُواْ يَتَّقُونَ
Degenen die geloven en Allah veel vrezen en zich van slechte daden en zonden afzijdig houden door goede daden te verrichten,

64 - Yunus (Jonah) - 064

لَهُمُ ٱلۡبُشۡرَىٰ فِي ٱلۡحَيَوٰةِ ٱلدُّنۡيَا وَفِي ٱلۡأٓخِرَةِۚ لَا تَبۡدِيلَ لِكَلِمَٰتِ ٱللَّهِۚ ذَٰلِكَ هُوَ ٱلۡفَوۡزُ ٱلۡعَظِيمُ
Voor hen is er goed nieuws, in het leven van de huidige wereld en het hiernamaals. Geen verandering kan er in het woord van Allah zijn, dit is zeker een overweldigend succes.

65 - Yunus (Jonah) - 065

وَلَا يَحۡزُنكَ قَوۡلُهُمۡۘ إِنَّ ٱلۡعِزَّةَ لِلَّهِ جَمِيعًاۚ هُوَ ٱلسَّمِيعُ ٱلۡعَلِيمُ
En laat hun (de mensen van haat tegen de waarheid) woorden je niet bedroeven, want alle macht en eer behoort aan Allah. Hij is Alhorend, Alwetend.

66 - Yunus (Jonah) - 066

أَلَآ إِنَّ لِلَّهِ مَن فِي ٱلسَّمَٰوَٰتِ وَمَن فِي ٱلۡأَرۡضِۗ وَمَا يَتَّبِعُ ٱلَّذِينَ يَدۡعُونَ مِن دُونِ ٱللَّهِ شُرَكَآءَۚ إِن يَتَّبِعُونَ إِلَّا ٱلظَّنَّ وَإِنۡ هُمۡ إِلَّا يَخۡرُصُونَ
Geen twijfel! Waarlijk aan Allah behoort wat in de hemel

Scroll to Top