آل عمران
Ali 'Imran
Family of Imran
1 - Ali 'Imran (Family of Imran) - 001
الٓمٓ
Alif, lam, miem.[1]
[1] Bekijk de voetnoten van vers 1 van Soera Al-Baqarah.
2 - Ali 'Imran (Family of Imran) - 002
ٱللَّهُ لَآ إِلَٰهَ إِلَّا هُوَ ٱلۡحَيُّ ٱلۡقَيُّومُ
Allah! Er is niemand die het recht heeft aanbeden te worden behalve Hij, de Eeuwig levende, de Ene die alles wat bestaat onderhoudt en beschermt.
3 - Ali 'Imran (Family of Imran) - 003
نَزَّلَ عَلَيۡكَ ٱلۡكِتَٰبَ بِٱلۡحَقِّ مُصَدِّقٗا لِّمَا بَيۡنَ يَدَيۡهِ وَأَنزَلَ ٱلتَّوۡرَىٰةَ وَٱلۡإِنجِيلَ
Hij is het die het Boek met waarheid aan jou heeft neergezonden, bevestigend wat hiervoor kwam. En Hij heeft de Thora en de Indjiel neergezonden.
4 - Ali 'Imran (Family of Imran) - 004
مِن قَبۡلُ هُدٗى لِّلنَّاسِ وَأَنزَلَ ٱلۡفُرۡقَانَۗ إِنَّ ٱلَّذِينَ كَفَرُواْ بِـَٔايَٰتِ ٱللَّهِ لَهُمۡ عَذَابٞ شَدِيدٞۗ وَٱللَّهُ عَزِيزٞ ذُو ٱنتِقَامٍ
Vroeger, als Leiding voor de mensheid, en Hij heeft de Onderscheider (Het laatste Boek, de Koran) neergezonden. Waarlijk, degenen die niet in de tekenen van Allah geloven, voor hen is er een zware bestraffing en Allah is Almachtig, wel in staat tot de Vergelding.
5 - Ali 'Imran (Family of Imran) - 005
إِنَّ ٱللَّهَ لَا يَخۡفَىٰ عَلَيۡهِ شَيۡءٞ فِي ٱلۡأَرۡضِ وَلَا فِي ٱلسَّمَآءِ
Waarlijk, niets is voor Allah op de aarde of in de hemelen verborgen.
6 - Ali 'Imran (Family of Imran) - 006
هُوَ ٱلَّذِي يُصَوِّرُكُمۡ فِي ٱلۡأَرۡحَامِ كَيۡفَ يَشَآءُۚ لَآ إِلَٰهَ إِلَّا هُوَ ٱلۡعَزِيزُ ٱلۡحَكِيمُ
Hij is het die jullie in de baarmoeder gevormd heeft zoals Hij wil. Er is er geen één die het recht heeft aanbeden te worden behalve Hij, de Almachtige, de Alwijze.
7 - Ali 'Imran (Family of Imran) - 007
هُوَ ٱلَّذِيٓ أَنزَلَ عَلَيۡكَ ٱلۡكِتَٰبَ مِنۡهُ ءَايَٰتٞ مُّحۡكَمَٰتٌ هُنَّ أُمُّ ٱلۡكِتَٰبِ وَأُخَرُ مُتَشَٰبِهَٰتٞۖ فَأَمَّا ٱلَّذِينَ فِي قُلُوبِهِمۡ زَيۡغٞ فَيَتَّبِعُونَ مَا تَشَٰبَهَ مِنۡهُ ٱبۡتِغَآءَ ٱلۡفِتۡنَةِ وَٱبۡتِغَآءَ تَأۡوِيلِهِۦۖ وَمَا يَعۡلَمُ تَأۡوِيلَهُۥٓ إِلَّا ٱللَّهُۗ وَٱلرَّـٰسِخُونَ فِي ٱلۡعِلۡمِ يَقُولُونَ ءَامَنَّا بِهِۦ كُلّٞ مِّنۡ عِندِ رَبِّنَاۗ وَمَا يَذَّكَّرُ إِلَّآ أُوْلُواْ ٱلۡأَلۡبَٰبِ
Hij is het Die aan jou het Boek heeft neergezonden. Daarin zijn verzen die volkomen eenduidig zijn, dat is de basis van het Boek; en anderen die meerduidig zijn. Dus voor degenen in wiens harten een afwijking (van de waarheid) is, zij volgen wat geheel meerduidig is, zoekend naar verwarring (bij de mensen) en zoekend naar de verdraaiingen (van betekenissen), maar niemand kent de ware betekenissen behalve Allah. En degenen die grondig geschoold in de kennis zijn, zeggen: “Wij geloven erin, in het geheel van onze Heer.” En niemand ontvangt een vermaning behalve de mensen van begrip.
8 - Ali 'Imran (Family of Imran) - 008
رَبَّنَا لَا تُزِغۡ قُلُوبَنَا بَعۡدَ إِذۡ هَدَيۡتَنَا وَهَبۡ لَنَا مِن لَّدُنكَ رَحۡمَةًۚ إِنَّكَ أَنتَ ٱلۡوَهَّابُ
Zij zeggen: “Onze Heer! Doe onze harten niet van de waarheid afdwalen, nadat U ons (daar naartoe) heeft geleid en schenk ons van Uw zijde genade. Waarlijk, U bent de Schenker.”
9 - Ali 'Imran (Family of Imran) - 009
رَبَّنَآ إِنَّكَ جَامِعُ ٱلنَّاسِ لِيَوۡمٖ لَّا رَيۡبَ فِيهِۚ إِنَّ ٱللَّهَ لَا يُخۡلِفُ ٱلۡمِيعَادَ
Onze Heer! Waarlijk U bent het Die de mensheid op de dag waarover geen twijfel is, verzamelt. Waarlijk, Allah breekt nooit Zijn belofte.”
10 - Ali 'Imran (Family of Imran) - 010
إِنَّ ٱلَّذِينَ كَفَرُواْ لَن تُغۡنِيَ عَنۡهُمۡ أَمۡوَٰلُهُمۡ وَلَآ أَوۡلَٰدُهُم مِّنَ ٱللَّهِ شَيۡـٔٗاۖ وَأُوْلَـٰٓئِكَ هُمۡ وَقُودُ ٱلنَّارِ
Waarlijk, (voor) degenen die ongelovig zijn baten noch hun eigendommen noch hun nageslacht of wat dan ook tegen Allah; en zij zijn het die brandstof voor het vuur zijn.
11 - Ali 'Imran (Family of Imran) - 011
كَدَأۡبِ ءَالِ فِرۡعَوۡنَ وَٱلَّذِينَ مِن قَبۡلِهِمۡۚ كَذَّبُواْ بِـَٔايَٰتِنَا فَأَخَذَهُمُ ٱللَّهُ بِذُنُوبِهِمۡۗ وَٱللَّهُ شَدِيدُ ٱلۡعِقَابِ
(Hun gedrag is) als dat van de mensen van de Farao en van degenen vóór hen; zij ontkennen Onze tekenen; dus Allah vernietigt hen voor hun zonden. En Allah is streng in de bestraffing.
12 - Ali 'Imran (Family of Imran) - 012
قُل لِّلَّذِينَ كَفَرُواْ سَتُغۡلَبُونَ وَتُحۡشَرُونَ إِلَىٰ جَهَنَّمَۖ وَبِئۡسَ ٱلۡمِهَادُ
Zeg tegen degenen die ongelovig zijn: “Jullie zullen verslagen worden en tezamen in de hel verzameld worden en dat is zeker de slechtste rustplaats.”
13 - Ali 'Imran (Family of Imran) - 013
قَدۡ كَانَ لَكُمۡ ءَايَةٞ فِي فِئَتَيۡنِ ٱلۡتَقَتَاۖ فِئَةٞ تُقَٰتِلُ فِي سَبِيلِ ٱللَّهِ وَأُخۡرَىٰ كَافِرَةٞ يَرَوۡنَهُم مِّثۡلَيۡهِمۡ رَأۡيَ ٱلۡعَيۡنِۚ وَٱللَّهُ يُؤَيِّدُ بِنَصۡرِهِۦ مَن يَشَآءُۚ إِنَّ فِي ذَٰلِكَ لَعِبۡرَةٗ لِّأُوْلِي ٱلۡأَبۡصَٰرِ
Er is reeds een teken vóór jullie geweest in de twee legers die elkaar ontmoetten (in de strijd): een vocht er voor de zaak van Allah en het andere leger was van de ongelovigen. Zij zagen hen met hun eigen ogen twee maal hun aantal. En Allah ondersteunt hen met Zijn overwinning die Hij wil. Waarlijk, hierin is een les voor degenen die begrijpen.
14 - Ali 'Imran (Family of Imran) - 014
زُيِّنَ لِلنَّاسِ حُبُّ ٱلشَّهَوَٰتِ مِنَ ٱلنِّسَآءِ وَٱلۡبَنِينَ وَٱلۡقَنَٰطِيرِ ٱلۡمُقَنطَرَةِ مِنَ ٱلذَّهَبِ وَٱلۡفِضَّةِ وَٱلۡخَيۡلِ ٱلۡمُسَوَّمَةِ وَٱلۡأَنۡعَٰمِ وَٱلۡحَرۡثِۗ ذَٰلِكَ مَتَٰعُ ٱلۡحَيَوٰةِ ٱلدُّنۡيَاۖ وَٱللَّهُ عِندَهُۥ حُسۡنُ ٱلۡمَـَٔابِ
Schoonschijnend (en beproevend) is de liefde voor begeerlijke zaken (in de ogen) van de mens, waaronder: vrouwen (in eerste instantie), kinderen, hopen geld, goud en zilver, (en ook) gebrandmerkte mooie raspaarden, vee (nl. kamelen, koeien en schapen) en (vruchtbare) gronden (voor akkers en plantages). Dit zijn de geneugten van het huidige wereldse leven; maar Allah heeft een uitmuntend alternatief bij Hem.
15 - Ali 'Imran (Family of Imran) - 015
۞قُلۡ أَؤُنَبِّئُكُم بِخَيۡرٖ مِّن ذَٰلِكُمۡۖ لِلَّذِينَ ٱتَّقَوۡاْ عِندَ رَبِّهِمۡ جَنَّـٰتٞ تَجۡرِي مِن تَحۡتِهَا ٱلۡأَنۡهَٰرُ خَٰلِدِينَ فِيهَا وَأَزۡوَٰجٞ مُّطَهَّرَةٞ وَرِضۡوَٰنٞ مِّنَ ٱللَّهِۗ وَٱللَّهُ بَصِيرُۢ بِٱلۡعِبَادِ
Zeg: “Zal ik jullie iets vertellen dat veel beter is dan dit? Voor de godvrezenden zijn er tuinen bij hun Heer, daar onderdoor stromen rivieren. Daarin (is hun) eeuwige (verblijfplaats) en reine echtgenotes. En Allah zal tevreden met hen zijn. En Allah is de Alziende over (Zijn) slaven.”
16 - Ali 'Imran (Family of Imran) - 016
ٱلَّذِينَ يَقُولُونَ رَبَّنَآ إِنَّنَآ ءَامَنَّا فَٱغۡفِرۡ لَنَا ذُنُوبَنَا وَقِنَا عَذَابَ ٱلنَّارِ
Degenen die zeggen: “Onze Heer! Wij hebben waarlijk geloofd, vergeef dus onze zonden en bescherm ons tegen de bestraffing van het vuur.”
17 - Ali 'Imran (Family of Imran) - 017
ٱلصَّـٰبِرِينَ وَٱلصَّـٰدِقِينَ وَٱلۡقَٰنِتِينَ وَٱلۡمُنفِقِينَ وَٱلۡمُسۡتَغۡفِرِينَ بِٱلۡأَسۡحَارِ
(Dat zijn) degenen die geduldig zijn, degenen die waarachtig zijn, en gehoorzaam met een oprechte toewijding in de aanbidding tot Allah. Degenen die bijdragen leveren en degenen die bidden en om Allahs vergeving smeken in de laatste uren van de nacht.
18 - Ali 'Imran (Family of Imran) - 018
شَهِدَ ٱللَّهُ أَنَّهُۥ لَآ إِلَٰهَ إِلَّا هُوَ وَٱلۡمَلَـٰٓئِكَةُ وَأُوْلُواْ ٱلۡعِلۡمِ قَآئِمَۢا بِٱلۡقِسۡطِۚ لَآ إِلَٰهَ إِلَّا هُوَ ٱلۡعَزِيزُ ٱلۡحَكِيمُ
Allah getuigt dat niemand het recht heeft om aanbeden te worden behalve Hij, en de engelen en degenen die kennis hebben (getuigen ook); (Hij) onderhoudt (altijd) rechtvaardig Zijn schepping. Niemand heeft het recht om aanbeden te worden behalve Hij, de Almachtige, de Alwijze.
19 - Ali 'Imran (Family of Imran) - 019
إِنَّ ٱلدِّينَ عِندَ ٱللَّهِ ٱلۡإِسۡلَٰمُۗ وَمَا ٱخۡتَلَفَ ٱلَّذِينَ أُوتُواْ ٱلۡكِتَٰبَ إِلَّا مِنۢ بَعۡدِ مَا جَآءَهُمُ ٱلۡعِلۡمُ بَغۡيَۢا بَيۡنَهُمۡۗ وَمَن يَكۡفُرۡ بِـَٔايَٰتِ ٱللَّهِ فَإِنَّ ٱللَّهَ سَرِيعُ ٱلۡحِسَابِ
Waarlijk, de (geaccepteerde) godsdienst bij Allah is de Islam. Degenen die het Boek is gegeven verschilden niet behalve toen kennis tot hen gekomen was, door jaloezie en overtreding onder henzelf. En iedereen die niet in de tekenen van Allah gelooft, waarlijk, Allah is snel in de verrekening.
20 - Ali 'Imran (Family of Imran) - 020
فَإِنۡ حَآجُّوكَ فَقُلۡ أَسۡلَمۡتُ وَجۡهِيَ لِلَّهِ وَمَنِ ٱتَّبَعَنِۗ وَقُل لِّلَّذِينَ أُوتُواْ ٱلۡكِتَٰبَ وَٱلۡأُمِّيِّـۧنَ ءَأَسۡلَمۡتُمۡۚ فَإِنۡ أَسۡلَمُواْ فَقَدِ ٱهۡتَدَواْۖ وَّإِن تَوَلَّوۡاْ فَإِنَّمَا عَلَيۡكَ ٱلۡبَلَٰغُۗ وَٱللَّهُ بَصِيرُۢ بِٱلۡعِبَادِ
Als zij dus met jou redetwisten, zeg: “Ik heb mijzelf aan Allah onderworpen en (dat hebben ook) degenen die mij volgen.” En zeg tegen degenen die het Boek gekregen hebben en tegen degenen die ongeletterd zijn: “Onderwerpen jullie je ook?” Als zij dat doen, dan zijn ze rechtgeleid, maar als zij zich ervan afkeren, is jouw plicht slechts om de boodschap te verkondigen; en Allah is de Alziende over (Zijn) slaven!
21 - Ali 'Imran (Family of Imran) - 021
إِنَّ ٱلَّذِينَ يَكۡفُرُونَ بِـَٔايَٰتِ ٱللَّهِ وَيَقۡتُلُونَ ٱلنَّبِيِّـۧنَ بِغَيۡرِ حَقّٖ وَيَقۡتُلُونَ ٱلَّذِينَ يَأۡمُرُونَ بِٱلۡقِسۡطِ مِنَ ٱلنَّاسِ فَبَشِّرۡهُم بِعَذَابٍ أَلِيمٍ
Waarlijk! Degenen die de tekenen van Allah niet geloven en de profeten zonder recht vermoorden en de mensen vermoorden die het eerlijk handelen bevelen, kondig hen een pijnlijke bestraffing aan.
22 - Ali 'Imran (Family of Imran) - 022
أُوْلَـٰٓئِكَ ٱلَّذِينَ حَبِطَتۡ أَعۡمَٰلُهُمۡ فِي ٱلدُّنۡيَا وَٱلۡأٓخِرَةِ وَمَا لَهُم مِّن نَّـٰصِرِينَ
Dat zijn degenen wiens daden verloren raken in deze wereld en in het hiernamaals en zij hebben geen helpers.
23 - Ali 'Imran (Family of Imran) - 023
أَلَمۡ تَرَ إِلَى ٱلَّذِينَ أُوتُواْ نَصِيبٗا مِّنَ ٱلۡكِتَٰبِ يُدۡعَوۡنَ إِلَىٰ كِتَٰبِ ٱللَّهِ لِيَحۡكُمَ بَيۡنَهُمۡ ثُمَّ يَتَوَلَّىٰ فَرِيقٞ مِّنۡهُمۡ وَهُم مُّعۡرِضُونَ
Hebt u niet degenen gezien die een deel van het Boek is gegeven? Zij worden tot het Boek van Allah uitgenodigd om hun meningsverschil bij te leggen, dan keert een deel van hen zich daarvan af en zij zijn er tegen.
24 - Ali 'Imran (Family of Imran) - 024
ذَٰلِكَ بِأَنَّهُمۡ قَالُواْ لَن تَمَسَّنَا ٱلنَّارُ إِلَّآ أَيَّامٗا مَّعۡدُودَٰتٖۖ وَغَرَّهُمۡ فِي دِينِهِم مَّا كَانُواْ يَفۡتَرُونَ
Dit is, omdat zij zeggen: “Het vuur zal ons niet aanraken behalve maar voor een aantal dagen.” En datgene wat zij over hun godsdienst bedachten heeft hen misleid.
25 - Ali 'Imran (Family of Imran) - 025
فَكَيۡفَ إِذَا جَمَعۡنَٰهُمۡ لِيَوۡمٖ لَّا رَيۡبَ فِيهِ وَوُفِّيَتۡ كُلُّ نَفۡسٖ مَّا كَسَبَتۡ وَهُمۡ لَا يُظۡلَمُونَ
Hoe (zal het zijn) als Wij hen verzamelen op een dag waarover geen twijfel is en ieder persoon volledig betalen zal voor wat hij heeft verdiend? En zij zullen niet onrechtvaardig behandeld worden.
26 - Ali 'Imran (Family of Imran) - 026
قُلِ ٱللَّهُمَّ مَٰلِكَ ٱلۡمُلۡكِ تُؤۡتِي ٱلۡمُلۡكَ مَن تَشَآءُ وَتَنزِعُ ٱلۡمُلۡكَ مِمَّن تَشَآءُ وَتُعِزُّ مَن تَشَآءُ وَتُذِلُّ مَن تَشَآءُۖ بِيَدِكَ ٱلۡخَيۡرُۖ إِنَّكَ عَلَىٰ كُلِّ شَيۡءٖ قَدِيرٞ
Zeg: “O Allah! Eigenaar van het Koninkrijk, U geeft het Koninkrijk aan wie U wilt en U neemt het Koninkrijk van wie U wilt en U eert degenen wie U wilt, en U vernedert degenen wie U wilt. In Uw hand is het goede. Waarlijk, U bent in staat om alles te doen.
27 - Ali 'Imran (Family of Imran) - 027
تُولِجُ ٱلَّيۡلَ فِي ٱلنَّهَارِ وَتُولِجُ ٱلنَّهَارَ فِي ٱلَّيۡلِۖ وَتُخۡرِجُ ٱلۡحَيَّ مِنَ ٱلۡمَيِّتِ وَتُخۡرِجُ ٱلۡمَيِّتَ مِنَ ٱلۡحَيِّۖ وَتَرۡزُقُ مَن تَشَآءُ بِغَيۡرِ حِسَابٖ
U laat de nacht overgaan in de dag en U laat de dag overgaan in de nacht. U brengt de levenden uit de doden en U brengt de doden uit de levenden. En U geeft weelde en onderhoudt wie U wilt, zonder enige beperking.
28 - Ali 'Imran (Family of Imran) - 028
لَّا يَتَّخِذِ ٱلۡمُؤۡمِنُونَ ٱلۡكَٰفِرِينَ أَوۡلِيَآءَ مِن دُونِ ٱلۡمُؤۡمِنِينَۖ وَمَن يَفۡعَلۡ ذَٰلِكَ فَلَيۡسَ مِنَ ٱللَّهِ فِي شَيۡءٍ إِلَّآ أَن تَتَّقُواْ مِنۡهُمۡ تُقَىٰةٗۗ وَيُحَذِّرُكُمُ ٱللَّهُ نَفۡسَهُۥۗ وَإِلَى ٱللَّهِ ٱلۡمَصِيرُ
Laat de gelovigen de ongelovigen niet als helpers nemen in plaats van de gelovigen en iedereen die dat doet zal nooit door Allah op wat voor manier dan ook geholpen worden; behalve als jullie echt bang zijn voor een gevaar van hen. En Allah waarschuwt jullie voor Hemzelf en tot Allah is de uiteindelijke terugkeer.
29 - Ali 'Imran (Family of Imran) - 029
قُلۡ إِن تُخۡفُواْ مَا فِي صُدُورِكُمۡ أَوۡ تُبۡدُوهُ يَعۡلَمۡهُ ٱللَّهُۗ وَيَعۡلَمُ مَا فِي ٱلسَّمَٰوَٰتِ وَمَا فِي ٱلۡأَرۡضِۗ وَٱللَّهُ عَلَىٰ كُلِّ شَيۡءٖ قَدِيرٞ
Zeg: “Of jullie nu verbergen wat in jullie borsten is of het openbaar maken, Allah weet het, en Hij weet wat in de hemelen en op aarde is. En Allah is tot alles in staat.”
30 - Ali 'Imran (Family of Imran) - 030
يَوۡمَ تَجِدُ كُلُّ نَفۡسٖ مَّا عَمِلَتۡ مِنۡ خَيۡرٖ مُّحۡضَرٗا وَمَا عَمِلَتۡ مِن سُوٓءٖ تَوَدُّ لَوۡ أَنَّ بَيۡنَهَا وَبَيۡنَهُۥٓ أَمَدَۢا بَعِيدٗاۗ وَيُحَذِّرُكُمُ ٱللَّهُ نَفۡسَهُۥۗ وَٱللَّهُ رَءُوفُۢ بِٱلۡعِبَادِ
Op de dag waarop iedereen geconfronteerd zal worden met al het goede wat hij gedaan heeft en met al het slechte wat hij gedaan heeft, zal hij wensen dat er een grote afstand tussen hem en het kwaad is. En Allah waarschuwt jullie tegen Hemzelf en Allah is vol vriendelijkheid voor (Zijn) slaven.
31 - Ali 'Imran (Family of Imran) - 031
قُلۡ إِن كُنتُمۡ تُحِبُّونَ ٱللَّهَ فَٱتَّبِعُونِي يُحۡبِبۡكُمُ ٱللَّهُ وَيَغۡفِرۡ لَكُمۡ ذُنُوبَكُمۡۚ وَٱللَّهُ غَفُورٞ رَّحِيمٞ
Zeg: “Als jullie (echt) van Allah houden, volg mij (de weg van de Profeet Mohamed zijn Soenah) dan, Allah zal van jullie houden en jullie je zonden vergeven. En Allah is de meest Barmhartige, de meest Genadevolle.
32 - Ali 'Imran (Family of Imran) - 032
قُلۡ أَطِيعُواْ ٱللَّهَ وَٱلرَّسُولَۖ فَإِن تَوَلَّوۡاْ فَإِنَّ ٱللَّهَ لَا يُحِبُّ ٱلۡكَٰفِرِينَ
Zeg: “Gehoorzaam Allah en Zijn boodschapper.” Maar als zij zich afkeren, dan houdt Allah niet van de ongelovigen!”
33 - Ali 'Imran (Family of Imran) - 033
۞إِنَّ ٱللَّهَ ٱصۡطَفَىٰٓ ءَادَمَ وَنُوحٗا وَءَالَ إِبۡرَٰهِيمَ وَءَالَ عِمۡرَٰنَ عَلَى ٱلۡعَٰلَمِينَ
Allah heeft Adam, Noeh, de familie van Ibraahiem en de familie van ‘Imran boven de wereldwezens uitverkoren.
34 - Ali 'Imran (Family of Imran) - 034
ذُرِّيَّةَۢ بَعۡضُهَا مِنۢ بَعۡضٖۗ وَٱللَّهُ سَمِيعٌ عَلِيمٌ
Nageslacht, de één van de ander, en Allah is de Alhorende, de Alwetende.
35 - Ali 'Imran (Family of Imran) - 035
إِذۡ قَالَتِ ٱمۡرَأَتُ عِمۡرَٰنَ رَبِّ إِنِّي نَذَرۡتُ لَكَ مَا فِي بَطۡنِي مُحَرَّرٗا فَتَقَبَّلۡ مِنِّيٓۖ إِنَّكَ أَنتَ ٱلسَّمِيعُ ٱلۡعَلِيمُ
(Weet dan) toen de vrouw van ‘Imran zei: “O Mijn Heer! Ik heb aan U beloofd om wat in mijn baarmoeder is aan Uw diensten toe te weiden, neem dit dus van mij aan. Waarlijk, U bent de Alhorende, de Alwetende.”
36 - Ali 'Imran (Family of Imran) - 036
فَلَمَّا وَضَعَتۡهَا قَالَتۡ رَبِّ إِنِّي وَضَعۡتُهَآ أُنثَىٰ وَٱللَّهُ أَعۡلَمُ بِمَا وَضَعَتۡ وَلَيۡسَ ٱلذَّكَرُ كَٱلۡأُنثَىٰۖ وَإِنِّي سَمَّيۡتُهَا مَرۡيَمَ وَإِنِّيٓ أُعِيذُهَا بِكَ وَذُرِّيَّتَهَا مِنَ ٱلشَّيۡطَٰنِ ٱلرَّجِيمِ
Nadat ze haar kind (Maryam) ter wereld had gebracht, zei ze: “O, Mijn Heer! Ik ben bevallen van een meisje – en Allah wist beter van wie zij was bevallen, maar het mannelijke (waar zij om had gesmeekt) is niet zoals het vrouwelijke – en ik heb haar Maryam genoemd. Ik zoek mijn toevlucht bij U voor haar en voor haar nageslacht tegen Shaytaan, de verworpene.”
37 - Ali 'Imran (Family of Imran) - 037
فَتَقَبَّلَهَا رَبُّهَا بِقَبُولٍ حَسَنٖ وَأَنۢبَتَهَا نَبَاتًا حَسَنٗا وَكَفَّلَهَا زَكَرِيَّاۖ كُلَّمَا دَخَلَ عَلَيۡهَا زَكَرِيَّا ٱلۡمِحۡرَابَ وَجَدَ عِندَهَا رِزۡقٗاۖ قَالَ يَٰمَرۡيَمُ أَنَّىٰ لَكِ هَٰذَاۖ قَالَتۡ هُوَ مِنۡ عِندِ ٱللَّهِۖ إِنَّ ٱللَّهَ يَرۡزُقُ مَن يَشَآءُ بِغَيۡرِ حِسَابٍ
Dus accepteerde haar Heer haar met vriendelijkheid. Hij liet haar op een goede manier opgroeien en bracht haar onder de hoede van Zacharias. Ieder keer als hij haar kamer binnen kwam om haar te bezoeken, ontdekte hij dat zij voorzien was van levensonderhoud. Hij zei: “O Maryam! Waar heb je dat vandaan?” Zij zei: “Van Allah.” Waarlijk Allah voorziet degenen die Hij wil van levensonderhoud, zonder beperking.
38 - Ali 'Imran (Family of Imran) - 038
هُنَالِكَ دَعَا زَكَرِيَّا رَبَّهُۥۖ قَالَ رَبِّ هَبۡ لِي مِن لَّدُنكَ ذُرِّيَّةٗ طَيِّبَةًۖ إِنَّكَ سَمِيعُ ٱلدُّعَآءِ
In die tijd riep Zacharias zijn Heer aan, zeggende: “O mijn Heer! Geef mij van U een goed nageslacht. U bent waarlijk de Alhorende van de oproep.”
39 - Ali 'Imran (Family of Imran) - 039
فَنَادَتۡهُ ٱلۡمَلَـٰٓئِكَةُ وَهُوَ قَآئِمٞ يُصَلِّي فِي ٱلۡمِحۡرَابِ أَنَّ ٱللَّهَ يُبَشِّرُكَ بِيَحۡيَىٰ مُصَدِّقَۢا بِكَلِمَةٖ مِّنَ ٱللَّهِ وَسَيِّدٗا وَحَصُورٗا وَنَبِيّٗا مِّنَ ٱلصَّـٰلِحِينَ
Toen hij in zijn gebedskamer in gebed stond riepen de engelen hem, zeggende: “Allah geeft jou het goede bericht van Yahya, gelovend in het woord van Allah: Wees en het was, (d.w.z. Isa zoon van Maryam) edel, zich verre houdend van geslachtsgemeenschap met vrouwen, een profeet en één van de rechtvaardigen.”
40 - Ali 'Imran (Family of Imran) - 040
قَالَ رَبِّ أَنَّىٰ يَكُونُ لِي غُلَٰمٞ وَقَدۡ بَلَغَنِيَ ٱلۡكِبَرُ وَٱمۡرَأَتِي عَاقِرٞۖ قَالَ كَذَٰلِكَ ٱللَّهُ يَفۡعَلُ مَا يَشَآءُ
Hij zei: “O mijn Heer! Hoe kan ik een zoon hebben, terwijl ik een heel oude man ben en mijn vrouw onvruchtbaar is? Allah zei: “Zo doet Allah wat Hij wil.”
41 - Ali 'Imran (Family of Imran) - 041
قَالَ رَبِّ ٱجۡعَل لِّيٓ ءَايَةٗۖ قَالَ ءَايَتُكَ أَلَّا تُكَلِّمَ ٱلنَّاسَ ثَلَٰثَةَ أَيَّامٍ إِلَّا رَمۡزٗاۗ وَٱذۡكُر رَّبَّكَ كَثِيرٗا وَسَبِّحۡ بِٱلۡعَشِيِّ وَٱلۡإِبۡكَٰرِ
Hij zei: “O mijn Heer! Geef mij een teken.” Allah zei: “Je teken zal zijn dat je gedurende drie dagen niet tegen de mensen kan spreken behalve door gebarentaal. En gedenk uw Heer veel en verheerlijk (Hem) in de namiddag en in de ochtend.”
42 - Ali 'Imran (Family of Imran) - 042
وَإِذۡ قَالَتِ ٱلۡمَلَـٰٓئِكَةُ يَٰمَرۡيَمُ إِنَّ ٱللَّهَ ٱصۡطَفَىٰكِ وَطَهَّرَكِ وَٱصۡطَفَىٰكِ عَلَىٰ نِسَآءِ ٱلۡعَٰلَمِينَ
En (weet) dat de engelen zeiden: “O Maryam! Waarlijk, Allah heeft jou uitgekozen, jou gereinigd en heeft jou boven alle vrouwen van de wereldwezens uitverkoren.
43 - Ali 'Imran (Family of Imran) - 043
يَٰمَرۡيَمُ ٱقۡنُتِي لِرَبِّكِ وَٱسۡجُدِي وَٱرۡكَعِي مَعَ ٱلرَّـٰكِعِينَ
O Maryam! “Onderwerp jezelf met gehoorzaamheid aan jouw Heer en kniel neer en buig met degenen die dat ook hebben gedaan.”
44 - Ali 'Imran (Family of Imran) - 044
ذَٰلِكَ مِنۡ أَنۢبَآءِ ٱلۡغَيۡبِ نُوحِيهِ إِلَيۡكَۚ وَمَا كُنتَ لَدَيۡهِمۡ إِذۡ يُلۡقُونَ أَقۡلَٰمَهُمۡ أَيُّهُمۡ يَكۡفُلُ مَرۡيَمَ وَمَا كُنتَ لَدَيۡهِمۡ إِذۡ يَخۡتَصِمُونَ
Dit is een deel van het nieuws van het onwaarneembare die Wij jou mee hebben geopenbaard. Jij was niet bij hen toen zij loten trokken met hun pennen, wie van hen de zorg voor Maryam zou hebben, noch was jij bij hen toen zij redetwistten.
45 - Ali 'Imran (Family of Imran) - 045
إِذۡ قَالَتِ ٱلۡمَلَـٰٓئِكَةُ يَٰمَرۡيَمُ إِنَّ ٱللَّهَ يُبَشِّرُكِ بِكَلِمَةٖ مِّنۡهُ ٱسۡمُهُ ٱلۡمَسِيحُ عِيسَى ٱبۡنُ مَرۡيَمَ وَجِيهٗا فِي ٱلدُّنۡيَا وَٱلۡأٓخِرَةِ وَمِنَ ٱلۡمُقَرَّبِينَ
(O Mohammed, gedenk) wanneer de engelen zeiden: “O Maryam! Waarlijk, Allah brengt jou de blijde tijding (van een zoon op basis) van Zijn woord ("Koen!" – Wees!). Zijn naam zal ‘Al-Mesieh ‘Isa – Jezus de Messias’ zijn, zoon van Maryam. Niet alleen geëerd in deze wereld maar evenzo in het hiernamaals, en hij zal één van degenen zijn die in Allah Zijn nabijheid (mogen) verkeren.”
46 - Ali 'Imran (Family of Imran) - 046
وَيُكَلِّمُ ٱلنَّاسَ فِي ٱلۡمَهۡدِ وَكَهۡلٗا وَمِنَ ٱلصَّـٰلِحِينَ
Hij zal vanuit de wieg en als volwassene tot de mensen spreken, en hij zal één van de rechtvaardigen zijn.
47 - Ali 'Imran (Family of Imran) - 047
قَالَتۡ رَبِّ أَنَّىٰ يَكُونُ لِي وَلَدٞ وَلَمۡ يَمۡسَسۡنِي بَشَرٞۖ قَالَ كَذَٰلِكِ ٱللَّهُ يَخۡلُقُ مَا يَشَآءُۚ إِذَا قَضَىٰٓ أَمۡرٗا فَإِنَّمَا يَقُولُ لَهُۥ كُن فَيَكُونُ
Zij zei: “O mijn Heer! Hoe kan ik een kind krijgen als geen man mij heeft aangeraakt.” Hij zei: “Zo (zal het zijn), want Allah schept wat Hij wil. Als Hij tot iets besloten heeft, zegt Hij slechts: “Wees!” En het is.
48 - Ali 'Imran (Family of Imran) - 048
وَيُعَلِّمُهُ ٱلۡكِتَٰبَ وَٱلۡحِكۡمَةَ وَٱلتَّوۡرَىٰةَ وَٱلۡإِنجِيلَ
En Hij zal hem (Isa) het boek en de wijsheid, (en) de Thora en de Indjiel onderwijzen.
49 - Ali 'Imran (Family of Imran) - 049
وَرَسُولًا إِلَىٰ بَنِيٓ إِسۡرَـٰٓءِيلَ أَنِّي قَدۡ جِئۡتُكُم بِـَٔايَةٖ مِّن رَّبِّكُمۡ أَنِّيٓ أَخۡلُقُ لَكُم مِّنَ ٱلطِّينِ كَهَيۡـَٔةِ ٱلطَّيۡرِ فَأَنفُخُ فِيهِ فَيَكُونُ طَيۡرَۢا بِإِذۡنِ ٱللَّهِۖ وَأُبۡرِئُ ٱلۡأَكۡمَهَ وَٱلۡأَبۡرَصَ وَأُحۡيِ ٱلۡمَوۡتَىٰ بِإِذۡنِ ٱللَّهِۖ وَأُنَبِّئُكُم بِمَا تَأۡكُلُونَ وَمَا تَدَّخِرُونَ فِي بُيُوتِكُمۡۚ إِنَّ فِي ذَٰلِكَ لَأٓيَةٗ لَّكُمۡ إِن كُنتُم مُّؤۡمِنِينَ
En Hij (Isa) zal als boodschapper naar de kinderen van Israël gestuurd worden (zeggende): “Ik ben tot jullie gekomen met een teken van jullie Heer, dat ik voor jullie uit klei heb ontworpen, als ware het een vogel en ademde daarin en het werd met Allah Zijn toestemming een vogel. En ik genees degene die blind geboren was en de melaatse en ik breng de doden met Allah Zijn toestemming tot leven. En ik vertel jullie wat jullie eten en wat jullie in jullie huizen bewaren. Zeker, daarin is een teken voor jullie, als jullie geloven.
50 - Ali 'Imran (Family of Imran) - 050
وَمُصَدِّقٗا لِّمَا بَيۡنَ يَدَيَّ مِنَ ٱلتَّوۡرَىٰةِ وَلِأُحِلَّ لَكُم بَعۡضَ ٱلَّذِي حُرِّمَ عَلَيۡكُمۡۚ وَجِئۡتُكُم بِـَٔايَةٖ مِّن رَّبِّكُمۡ فَٱتَّقُواْ ٱللَّهَ وَأَطِيعُونِ
En ik ben gekomen om te bevestigen wat voor mij was van de Thora en om voor jullie een deel wettig te maken wat verboden was, en ik ben tot jullie gekomen met een bewijs van jullie Heer. Vrees Allah dus en gehoorzaam mij.
51 - Ali 'Imran (Family of Imran) - 051
إِنَّ ٱللَّهَ رَبِّي وَرَبُّكُمۡ فَٱعۡبُدُوهُۚ هَٰذَا صِرَٰطٞ مُّسۡتَقِيمٞ
Waarlijk! Allah is mijn Heer en jullie Heer, aanbid Hem dus (alleen). Dit is het rechte pad.
52 - Ali 'Imran (Family of Imran) - 052
۞فَلَمَّآ أَحَسَّ عِيسَىٰ مِنۡهُمُ ٱلۡكُفۡرَ قَالَ مَنۡ أَنصَارِيٓ إِلَى ٱللَّهِۖ قَالَ ٱلۡحَوَارِيُّونَ نَحۡنُ أَنصَارُ ٱللَّهِ ءَامَنَّا بِٱللَّهِ وَٱشۡهَدۡ بِأَنَّا مُسۡلِمُونَ
Toen Isa hun ongeloof ontdekte, zei hij: “Wie zullen mijn helpers zijn in de zaak van Allah?” De apostelen zeiden: “Wij zijn de helpers van Allah; wij geloven in Allah en getuigen dat wij moslims zijn.
53 - Ali 'Imran (Family of Imran) - 053
رَبَّنَآ ءَامَنَّا بِمَآ أَنزَلۡتَ وَٱتَّبَعۡنَا ٱلرَّسُولَ فَٱكۡتُبۡنَا مَعَ ٱلشَّـٰهِدِينَ
Onze Heer! Wij geloven in wat U neer heeft gezonden en wij volgen de boodschapper (Isa): noteer ons dan bij degenen die getuigen.
54 - Ali 'Imran (Family of Imran) - 054
وَمَكَرُواْ وَمَكَرَ ٱللَّهُۖ وَٱللَّهُ خَيۡرُ ٱلۡمَٰكِرِينَ
En zij (de ongelovigen) smeedden een complot om hem te doden en Allah heeft ook een plan gesmeed. En Allah is de beste plannenmaker.
55 - Ali 'Imran (Family of Imran) - 055
إِذۡ قَالَ ٱللَّهُ يَٰعِيسَىٰٓ إِنِّي مُتَوَفِّيكَ وَرَافِعُكَ إِلَيَّ وَمُطَهِّرُكَ مِنَ ٱلَّذِينَ كَفَرُواْ وَجَاعِلُ ٱلَّذِينَ ٱتَّبَعُوكَ فَوۡقَ ٱلَّذِينَ كَفَرُوٓاْ إِلَىٰ يَوۡمِ ٱلۡقِيَٰمَةِۖ ثُمَّ إِلَيَّ مَرۡجِعُكُمۡ فَأَحۡكُمُ بَيۡنَكُمۡ فِيمَا كُنتُمۡ فِيهِ تَخۡتَلِفُونَ
En (gedenk) toen Allah zei: “O Isa! Ik zal je nemen en tot Mij, je verheffen [1] en je reinigen van degenen die ongelovig zijn, en Ik zal degenen die jou volgen verheffen boven degenen die ongelovig zijn tot de dag der opstanding. Dan zal je tot Mij terugkeren en Ik zal tussen jullie oordelen over de zaken waarover jullie van mening verschilden.
[1]hij is verheven en niet gestorven aan het kruis, wel een slecht persoon die Allah op hem deed lijken, en zo heeft Allah zijn Profeet beschermt tegen een harde marteling en niet in de steek gelaten zoals staat in de Bijbel omdat Allah de profeten steunt en beschermt.
56 - Ali 'Imran (Family of Imran) - 056
فَأَمَّا ٱلَّذِينَ كَفَرُواْ فَأُعَذِّبُهُمۡ عَذَابٗا شَدِيدٗا فِي ٱلدُّنۡيَا وَٱلۡأٓخِرَةِ وَمَا لَهُم مِّن نَّـٰصِرِينَ
En voor de ongelovigen: Ik zal ze met een zware bestraffing in deze wereld en in het hiernamaals bestraffen en zij zullen geen helpers hebben.
57 - Ali 'Imran (Family of Imran) - 057
وَأَمَّا ٱلَّذِينَ ءَامَنُواْ وَعَمِلُواْ ٱلصَّـٰلِحَٰتِ فَيُوَفِّيهِمۡ أُجُورَهُمۡۗ وَٱللَّهُ لَا يُحِبُّ ٱلظَّـٰلِمِينَ
En voor de gelovigen en degenen die goede daden verrichten, Allah zal hen hun beloning volledig geven. En Allah houdt niet van de onrechtvaardigen.
58 - Ali 'Imran (Family of Imran) - 058
ذَٰلِكَ نَتۡلُوهُ عَلَيۡكَ مِنَ ٱلۡأٓيَٰتِ وَٱلذِّكۡرِ ٱلۡحَكِيمِ
Dit wat Wij aan jou openbaren van de verzen en een wijze herinnering.
59 - Ali 'Imran (Family of Imran) - 059
إِنَّ مَثَلَ عِيسَىٰ عِندَ ٱللَّهِ كَمَثَلِ ءَادَمَۖ خَلَقَهُۥ مِن تُرَابٖ ثُمَّ قَالَ لَهُۥ كُن فَيَكُونُ
Waarlijk, (de schepping van) ‘Isa is bij Allah zoals (de schepping van) Adam. Hij schiep hem uit aarde, vervolgens beval (Hij) hem: “Wees!” En hij was.
60 - Ali 'Imran (Family of Imran) - 060
ٱلۡحَقُّ مِن رَّبِّكَ فَلَا تَكُن مِّنَ ٱلۡمُمۡتَرِينَ
(Dit is) de waarheid van jullie Heer, wees niet één van degenen die twijfelen.
61 - Ali 'Imran (Family of Imran) - 061
فَمَنۡ حَآجَّكَ فِيهِ مِنۢ بَعۡدِ مَا جَآءَكَ مِنَ ٱلۡعِلۡمِ فَقُلۡ تَعَالَوۡاْ نَدۡعُ أَبۡنَآءَنَا وَأَبۡنَآءَكُمۡ وَنِسَآءَنَا وَنِسَآءَكُمۡ وَأَنفُسَنَا وَأَنفُسَكُمۡ ثُمَّ نَبۡتَهِلۡ فَنَجۡعَل لَّعۡنَتَ ٱللَّهِ عَلَى ٱلۡكَٰذِبِينَ
Dan iedereen die met jou redetwist over hem (Isa) na (al deze) kennis die tot jullie is gekomen, zeg: “Kom, laten wij onze zonen en jullie zonen, onze vrouwen en jullie vrouwen, onszelf en jullie roepen - dan bidden wij en roepen (oprecht) een vloek van Allah af over degenen die liegen.”
62 - Ali 'Imran (Family of Imran) - 062
إِنَّ هَٰذَا لَهُوَ ٱلۡقَصَصُ ٱلۡحَقُّۚ وَمَا مِنۡ إِلَٰهٍ إِلَّا ٱللَّهُۚ وَإِنَّ ٱللَّهَ لَهُوَ ٱلۡعَزِيزُ ٱلۡحَكِيمُ
Waarlijk! Dit is een waar verhaal en dat niemand het recht heeft aanbeden te worden dan Allah. En zeker, Allah is de Almachtige, de Alwijze.
63 - Ali 'Imran (Family of Imran) - 063
فَإِن تَوَلَّوۡاْ فَإِنَّ ٱللَّهَ عَلِيمُۢ بِٱلۡمُفۡسِدِينَ
En als zij zich afkeren, dan zeker, is Allah zich bewust van degenen die ellende veroorzaken.
64 - Ali 'Imran (Family of Imran) - 064
قُلۡ يَـٰٓأَهۡلَ ٱلۡكِتَٰبِ تَعَالَوۡاْ إِلَىٰ كَلِمَةٖ سَوَآءِۭ بَيۡنَنَا وَبَيۡنَكُمۡ أَلَّا نَعۡبُدَ إِلَّا ٱللَّهَ وَلَا نُشۡرِكَ بِهِۦ شَيۡـٔٗا وَلَا يَتَّخِذَ بَعۡضُنَا بَعۡضًا أَرۡبَابٗا مِّن دُونِ ٱللَّهِۚ فَإِن تَوَلَّوۡاْ فَقُولُواْ ٱشۡهَدُواْ بِأَنَّا مُسۡلِمُونَ
Zeg: “O Mensen van het Boek, kom tot het gelijkluidende woord dat tussen jullie en ons is, namelijk dat wij geen ander aanbidden dan Allah en dat wij Hem geen deelgenoten toekennen. En dat wij elkaar – naast Allah – zeker niet als heren plaatsen.” Als zij zich dan afkeren, zeg: “Wees getuigen dat wij moslims zijn.”
65 - Ali 'Imran (Family of Imran) - 065
يَـٰٓأَهۡلَ ٱلۡكِتَٰبِ لِمَ تُحَآجُّونَ فِيٓ إِبۡرَٰهِيمَ وَمَآ أُنزِلَتِ ٱلتَّوۡرَىٰةُ وَٱلۡإِنجِيلُ إِلَّا مِنۢ بَعۡدِهِۦٓۚ أَفَلَا تَعۡقِلُونَ
O mensen van het boek, waarom redetwisten jullie over Ibraahiem, want de Thora en de Indjiel werden pas na hem geopenbaard. Hebben jullie geen verstand?
66 - Ali 'Imran (Family of Imran) - 066