المؤمنون
Al-Mu'minun
The Believers
1 - Al-Mu'minun (The Believers) - 001
قَدۡ أَفۡلَحَ ٱلۡمُؤۡمِنُونَ
(Absoluut) succesvol zijn de gelovigen (in Allah en Zijn boodschapper doordat zij handelen naar Zijn geboden en wegblijven van Zijn verboden).
2 - Al-Mu'minun (The Believers) - 002
ٱلَّذِينَ هُمۡ فِي صَلَاتِهِمۡ خَٰشِعُونَ
(Dit zijn) degenen die volle ghoesjoe (vrees: een hoge staat van het geloof, dit komt middels nuttige kennis opblijven doen tot je sterft) hebben in hun gebeden.
3 - Al-Mu'minun (The Believers) - 003
وَٱلَّذِينَ هُمۡ عَنِ ٱللَّغۡوِ مُعۡرِضُونَ
En degenen die zich van de schadelijke woorden afkeren [1].
[1]volgens het begrip van de leerlingen van de Profeet Mohammed, vrede en zegeningen zij met hem, dus de sahabah, valt hier onder ook muziek.
4 - Al-Mu'minun (The Believers) - 004
وَٱلَّذِينَ هُمۡ لِلزَّكَوٰةِ فَٰعِلُونَ
En degenen die de Zakat betalen.
5 - Al-Mu'minun (The Believers) - 005
وَٱلَّذِينَ هُمۡ لِفُرُوجِهِمۡ حَٰفِظُونَ
En degenen die hun kuisheid behoeden.
6 - Al-Mu'minun (The Believers) - 006
إِلَّا عَلَىٰٓ أَزۡوَٰجِهِمۡ أَوۡ مَا مَلَكَتۡ أَيۡمَٰنُهُمۡ فَإِنَّهُمۡ غَيۡرُ مَلُومِينَ
Behalve voor hun vrouwen of wat hun rechterhand bezit – voor hen, zijn zij vrij van de schande;
7 - Al-Mu'minun (The Believers) - 007
فَمَنِ ٱبۡتَغَىٰ وَرَآءَ ذَٰلِكَ فَأُوْلَـٰٓئِكَ هُمُ ٱلۡعَادُونَ
Maar iedereen die meer dan dat wil, zij zijn de overtreders.
8 - Al-Mu'minun (The Believers) - 008
وَٱلَّذِينَ هُمۡ لِأَمَٰنَٰتِهِمۡ وَعَهۡدِهِمۡ رَٰعُونَ
Degenen die oprecht trouw zijn aan datgene wat hun toegewezen is en aan hun verbond;
9 - Al-Mu'minun (The Believers) - 009
وَٱلَّذِينَ هُمۡ عَلَىٰ صَلَوَٰتِهِمۡ يُحَافِظُونَ
En degenen die hun gebeden strikt onderhouden [1].
[1]dus binnen de tijd, dit is de hoofdeigenschap van de moslim; dat hij zijn gebeden op tijd worden verricht op welke planeet hij zich ook bevindt, ook op werk of school.
10 - Al-Mu'minun (The Believers) - 010
أُوْلَـٰٓئِكَ هُمُ ٱلۡوَٰرِثُونَ
Zij zijn zeker de erfgenamen.
11 - Al-Mu'minun (The Believers) - 011
ٱلَّذِينَ يَرِثُونَ ٱلۡفِرۡدَوۡسَ هُمۡ فِيهَا خَٰلِدُونَ
Die het paradijs zullen beërven. Zij zullen daarin voor altijd verblijven.
12 - Al-Mu'minun (The Believers) - 012
وَلَقَدۡ خَلَقۡنَا ٱلۡإِنسَٰنَ مِن سُلَٰلَةٖ مِّن طِينٖ
En voorwaar, Wij hebben de mens uit een extract van klei geschapen.
13 - Al-Mu'minun (The Believers) - 013
ثُمَّ جَعَلۡنَٰهُ نُطۡفَةٗ فِي قَرَارٖ مَّكِينٖ
Vervolgens maakten Wij hem als een waterdruppel (en brachten het onder) in een veilig verblijfplaats (de baarmoeder).
14 - Al-Mu'minun (The Believers) - 014
ثُمَّ خَلَقۡنَا ٱلنُّطۡفَةَ عَلَقَةٗ فَخَلَقۡنَا ٱلۡعَلَقَةَ مُضۡغَةٗ فَخَلَقۡنَا ٱلۡمُضۡغَةَ عِظَٰمٗا فَكَسَوۡنَا ٱلۡعِظَٰمَ لَحۡمٗا ثُمَّ أَنشَأۡنَٰهُ خَلۡقًا ءَاخَرَۚ فَتَبَارَكَ ٱللَّهُ أَحۡسَنُ ٱلۡخَٰلِقِينَ
Vervolgens vormden Wij de waterdruppel tot een klonter, daarna maakten Wij van de klonter een kleine vleesklomp, vervolgens maakten Wij uit die kleine vleesklomp beenderen, vervolgens bekleedden Wij die beenderen met vlees en dan brachten Wij het voort als een andere schepping. Gezegend dus is Allah, de beste der Scheppers.
15 - Al-Mu'minun (The Believers) - 015
ثُمَّ إِنَّكُم بَعۡدَ ذَٰلِكَ لَمَيِّتُونَ
En hierna, zullen jullie zeker sterven.
16 - Al-Mu'minun (The Believers) - 016
ثُمَّ إِنَّكُمۡ يَوۡمَ ٱلۡقِيَٰمَةِ تُبۡعَثُونَ
Dan zeker zullen jullie op de Dag der Opstanding herrijzen.
17 - Al-Mu'minun (The Believers) - 017
وَلَقَدۡ خَلَقۡنَا فَوۡقَكُمۡ سَبۡعَ طَرَآئِقَ وَمَا كُنَّا عَنِ ٱلۡخَلۡقِ غَٰفِلِينَ
En voorwaar Wij hebben boven jullie zeven hemelen geschapen, en Wij zijn nooit onachtzaam tegenover de schepping (maar van alles alwetend).
18 - Al-Mu'minun (The Believers) - 018
وَأَنزَلۡنَا مِنَ ٱلسَّمَآءِ مَآءَۢ بِقَدَرٖ فَأَسۡكَنَّـٰهُ فِي ٱلۡأَرۡضِۖ وَإِنَّا عَلَىٰ ذَهَابِۭ بِهِۦ لَقَٰدِرُونَ
En Wij stuurden uit de hemel water neer in (afgeweten) hoeveelheid, en Wij gaven het een plaats op de aarde en waarlijk, Wij zijn in staat om het weg te nemen.
19 - Al-Mu'minun (The Believers) - 019
فَأَنشَأۡنَا لَكُم بِهِۦ جَنَّـٰتٖ مِّن نَّخِيلٖ وَأَعۡنَٰبٖ لَّكُمۡ فِيهَا فَوَٰكِهُ كَثِيرَةٞ وَمِنۡهَا تَأۡكُلُونَ
Daarna brachten Wij voor jullie daarmee tuinen van dadelpalmen en druiven voort, waarin er veel fruit voor jullie is en waarvan jullie eten.
20 - Al-Mu'minun (The Believers) - 020
وَشَجَرَةٗ تَخۡرُجُ مِن طُورِ سَيۡنَآءَ تَنۢبُتُ بِٱلدُّهۡنِ وَصِبۡغٖ لِّلۡأٓكِلِينَ
En een boom die voortkomt uit de Berg Sinai, waaruit olie voortkomt en (het is een) genoegen voor de eters.
21 - Al-Mu'minun (The Believers) - 021
وَإِنَّ لَكُمۡ فِي ٱلۡأَنۡعَٰمِ لَعِبۡرَةٗۖ نُّسۡقِيكُم مِّمَّا فِي بُطُونِهَا وَلَكُمۡ فِيهَا مَنَٰفِعُ كَثِيرَةٞ وَمِنۡهَا تَأۡكُلُونَ
En waarlijk! In het vee is er zeker lering voor jullie. Wij geven jullie te drinken wat in hun buiken is, en daarin zijn vele voordelen voor jullie en daarvan eten jullie.
22 - Al-Mu'minun (The Believers) - 022
وَعَلَيۡهَا وَعَلَى ٱلۡفُلۡكِ تُحۡمَلُونَ
En op hen en op schepen worden jullie gedragen.
23 - Al-Mu'minun (The Believers) - 023
وَلَقَدۡ أَرۡسَلۡنَا نُوحًا إِلَىٰ قَوۡمِهِۦ فَقَالَ يَٰقَوۡمِ ٱعۡبُدُواْ ٱللَّهَ مَا لَكُم مِّنۡ إِلَٰهٍ غَيۡرُهُۥٓۚ أَفَلَا تَتَّقُونَ
En voorwaar Wij hebben Noeh naar zijn volk gestuurd en hij zei: “O mijn volk! Aanbid Allah! Jullie hebben geen andere God behalve Hem. Vrezen jullie dan niet?”
24 - Al-Mu'minun (The Believers) - 024
فَقَالَ ٱلۡمَلَؤُاْ ٱلَّذِينَ كَفَرُواْ مِن قَوۡمِهِۦ مَا هَٰذَآ إِلَّا بَشَرٞ مِّثۡلُكُمۡ يُرِيدُ أَن يَتَفَضَّلَ عَلَيۡكُمۡ وَلَوۡ شَآءَ ٱللَّهُ لَأَنزَلَ مَلَـٰٓئِكَةٗ مَّا سَمِعۡنَا بِهَٰذَا فِيٓ ءَابَآئِنَا ٱلۡأَوَّلِينَ
Maar de stamhoofden van degenen die onder zijn volk ongelovig waren, zeiden: “Hij is niet meer dan een mens zoals jullie, hij probeert zichzelf boven jullie te stellen. Als Allah het gewild had, dan had Hij beslist engelen neergezonden; nog nooit hebben wij zoiets gehoord van de vaders van de ouderen.
25 - Al-Mu'minun (The Believers) - 025
إِنۡ هُوَ إِلَّا رَجُلُۢ بِهِۦ جِنَّةٞ فَتَرَبَّصُواْ بِهِۦ حَتَّىٰ حِينٖ
Hij is slechts een man die krankzinnig is, wacht dus een tijdje voor hem.”
26 - Al-Mu'minun (The Believers) - 026
قَالَ رَبِّ ٱنصُرۡنِي بِمَا كَذَّبُونِ
(Noeh) zei: “O mijn Heer! Help mij vanwege wat zij mij verloochenen.”
27 - Al-Mu'minun (The Believers) - 027
فَأَوۡحَيۡنَآ إِلَيۡهِ أَنِ ٱصۡنَعِ ٱلۡفُلۡكَ بِأَعۡيُنِنَا وَوَحۡيِنَا فَإِذَا جَآءَ أَمۡرُنَا وَفَارَ ٱلتَّنُّورُ فَٱسۡلُكۡ فِيهَا مِن كُلّٖ زَوۡجَيۡنِ ٱثۡنَيۡنِ وَأَهۡلَكَ إِلَّا مَن سَبَقَ عَلَيۡهِ ٱلۡقَوۡلُ مِنۡهُمۡۖ وَلَا تُخَٰطِبۡنِي فِي ٱلَّذِينَ ظَلَمُوٓاْ إِنَّهُم مُّغۡرَقُونَ
Dus openbaarden Wij hem (zeggende): “Bouw een schip onder Onze ogen en volgens Onze openbaring. Dan als Ons bevel komt, en de oven overloopt, neem dan aan boord van elk soort twee en jouw familie, behalve degenen waar het Woord al tegen is uitgevaardigd. En spreek Mij niet aan om gunsten te verlenen voor degenen die gezondigd hebben. Waarlijk zij zullen verdrinken.
28 - Al-Mu'minun (The Believers) - 028
فَإِذَا ٱسۡتَوَيۡتَ أَنتَ وَمَن مَّعَكَ عَلَى ٱلۡفُلۡكِ فَقُلِ ٱلۡحَمۡدُ لِلَّهِ ٱلَّذِي نَجَّىٰنَا مِنَ ٱلۡقَوۡمِ ٱلظَّـٰلِمِينَ
En als jullie ingescheept zijn, jij en iedereen die met jou is, zeg dan: “Alle lofbetuigingen en dank zijn voor Allah, Die ons van het volk dat onrechtvaardig is, gered heeft.”
29 - Al-Mu'minun (The Believers) - 029
وَقُل رَّبِّ أَنزِلۡنِي مُنزَلٗا مُّبَارَكٗا وَأَنتَ خَيۡرُ ٱلۡمُنزِلِينَ
En zeg: “Mijn Heer! Laat mij op een gezegende landingsplaats aankomen, want U bent de beste van degenen Die aan land brengen.”
30 - Al-Mu'minun (The Believers) - 030
إِنَّ فِي ذَٰلِكَ لَأٓيَٰتٖ وَإِن كُنَّا لَمُبۡتَلِينَ
Waarlijk, hierin zijn er zeker tekenen voor mensen van begrip, want zeker Wij hebben (de mens) aan een beproeving onderworpen.
31 - Al-Mu'minun (The Believers) - 031
ثُمَّ أَنشَأۡنَا مِنۢ بَعۡدِهِمۡ قَرۡنًا ءَاخَرِينَ
Vervolgens, na hen, hebben Wij een andere generatie geschapen.
32 - Al-Mu'minun (The Believers) - 032
فَأَرۡسَلۡنَا فِيهِمۡ رَسُولٗا مِّنۡهُمۡ أَنِ ٱعۡبُدُواْ ٱللَّهَ مَا لَكُم مِّنۡ إِلَٰهٍ غَيۡرُهُۥٓۚ أَفَلَا تَتَّقُونَ
Toen Wij hebben een Boodschapper van onder hen zelf naar hen gestuurd (zeggende): “Aanbid Allah! Jullie hebben geen andere God dan Hij. Vrezen jullie dan niet?”
33 - Al-Mu'minun (The Believers) - 033
وَقَالَ ٱلۡمَلَأُ مِن قَوۡمِهِ ٱلَّذِينَ كَفَرُواْ وَكَذَّبُواْ بِلِقَآءِ ٱلۡأٓخِرَةِ وَأَتۡرَفۡنَٰهُمۡ فِي ٱلۡحَيَوٰةِ ٱلدُّنۡيَا مَا هَٰذَآ إِلَّا بَشَرٞ مِّثۡلُكُمۡ يَأۡكُلُ مِمَّا تَأۡكُلُونَ مِنۡهُ وَيَشۡرَبُ مِمَّا تَشۡرَبُونَ
En de stamhoofden van zijn volk, die ongelovig waren en de ontmoeting in het hiernamaals ontkenden en aan wie Wij de luxe en het gemak van dit leven hadden gegeven, zeiden: “Hij is niets meer dan een mens zoals jullie, hij eet wat jullie eten en drinkt wat jullie drinken.
34 - Al-Mu'minun (The Believers) - 034
وَلَئِنۡ أَطَعۡتُم بَشَرٗا مِّثۡلَكُمۡ إِنَّكُمۡ إِذٗا لَّخَٰسِرُونَ
Als jullie een mens moeten gehoorzamen zoals jullie zelf, dan waarlijk! Jullie zouden zeker verliezers zijn.
35 - Al-Mu'minun (The Believers) - 035
أَيَعِدُكُمۡ أَنَّكُمۡ إِذَا مِتُّمۡ وَكُنتُمۡ تُرَابٗا وَعِظَٰمًا أَنَّكُم مُّخۡرَجُونَ
Belooft hij jullie dat wanneer jullie gestorven zijn en tot stof en botten geworden zijn, jullie weer levend zullen worden?
36 - Al-Mu'minun (The Believers) - 036
۞هَيۡهَاتَ هَيۡهَاتَ لِمَا تُوعَدُونَ
Ver, heel ver is datgene wat jullie beloofd is.
37 - Al-Mu'minun (The Believers) - 037
إِنۡ هِيَ إِلَّا حَيَاتُنَا ٱلدُّنۡيَا نَمُوتُ وَنَحۡيَا وَمَا نَحۡنُ بِمَبۡعُوثِينَ
Er is niets anders dan ons leven in deze wereld! Wij sterven en wij leven! En wij zullen niet herrijzen!
38 - Al-Mu'minun (The Believers) - 038
إِنۡ هُوَ إِلَّا رَجُلٌ ٱفۡتَرَىٰ عَلَى ٱللَّهِ كَذِبٗا وَمَا نَحۡنُ لَهُۥ بِمُؤۡمِنِينَ
Hij is slechts een man die een leugen over Allah bedacht heeft, wij zullen hem niet geloven.”
39 - Al-Mu'minun (The Believers) - 039
قَالَ رَبِّ ٱنصُرۡنِي بِمَا كَذَّبُونِ
Hij Noeh zei: “O mijn Heer! Help mij vanwege dat wat zij verloochenen.”
40 - Al-Mu'minun (The Believers) - 040
قَالَ عَمَّا قَلِيلٖ لَّيُصۡبِحُنَّ نَٰدِمِينَ
(Allah) zei: “Over een poosje zullen zij zeker spijt hebben.”
41 - Al-Mu'minun (The Believers) - 041
فَأَخَذَتۡهُمُ ٱلصَّيۡحَةُ بِٱلۡحَقِّ فَجَعَلۡنَٰهُمۡ غُثَآءٗۚ فَبُعۡدٗا لِّلۡقَوۡمِ ٱلظَّـٰلِمِينَ
Vervolgens kwam er een afschuwelijke schreeuw die hen overmande met rechtvaardigheid en Wij hebben hen als afval van dode planten gemaakt. Weg dus met het volk dat onrechtvaardig is.
42 - Al-Mu'minun (The Believers) - 042
ثُمَّ أَنشَأۡنَا مِنۢ بَعۡدِهِمۡ قُرُونًا ءَاخَرِينَ
Vervolgens na hen, hebben Wij een andere generatie geschapen.
43 - Al-Mu'minun (The Believers) - 043
مَا تَسۡبِقُ مِنۡ أُمَّةٍ أَجَلَهَا وَمَا يَسۡتَـٔۡخِرُونَ
Geen volk kan de vastgestelde tijd overschrijden (om dood te gaan) noch kunnen zij het uitstellen.
44 - Al-Mu'minun (The Believers) - 044
ثُمَّ أَرۡسَلۡنَا رُسُلَنَا تَتۡرَاۖ كُلَّ مَا جَآءَ أُمَّةٗ رَّسُولُهَا كَذَّبُوهُۖ فَأَتۡبَعۡنَا بَعۡضَهُم بَعۡضٗا وَجَعَلۡنَٰهُمۡ أَحَادِيثَۚ فَبُعۡدٗا لِّقَوۡمٖ لَّا يُؤۡمِنُونَ
Vervolgens stuurden Wij in opeenvolging Onze boodschappers. Elke keer een boodschapper tot zijn volk kwam, werd hij ontkend. Daarom lieten Wij ze elkaar opvolgen (in hun vernietiging), en maakten We van hen ware (levens) verhalen. Weg dus met het ongelovige volk!
45 - Al-Mu'minun (The Believers) - 045
ثُمَّ أَرۡسَلۡنَا مُوسَىٰ وَأَخَاهُ هَٰرُونَ بِـَٔايَٰتِنَا وَسُلۡطَٰنٖ مُّبِينٍ
Vervolgens stuurden Wij Moesa en zijn broeder Haaroen met Onze tekenen en een duidelijk gezag,
46 - Al-Mu'minun (The Believers) - 046
إِلَىٰ فِرۡعَوۡنَ وَمَلَإِيْهِۦ فَٱسۡتَكۡبَرُواْ وَكَانُواْ قَوۡمًا عَالِينَ
Naar de Farao en zijn gezagdragers, maar zij gedroegen zich hoogmoedig en zij waren een aanmatigend volk.
47 - Al-Mu'minun (The Believers) - 047
فَقَالُوٓاْ أَنُؤۡمِنُ لِبَشَرَيۡنِ مِثۡلِنَا وَقَوۡمُهُمَا لَنَا عَٰبِدُونَ
Zij zeiden: “Zullen wij in twee mensen zoals onszelf geloven, en hun volk is ons gehoorzaam in nederigheid.”
48 - Al-Mu'minun (The Believers) - 048
فَكَذَّبُوهُمَا فَكَانُواْ مِنَ ٱلۡمُهۡلَكِينَ
Dus zij ontkenden hen beiden en werden degenen die vernietigd werden.
49 - Al-Mu'minun (The Believers) - 049
وَلَقَدۡ ءَاتَيۡنَا مُوسَى ٱلۡكِتَٰبَ لَعَلَّهُمۡ يَهۡتَدُونَ
En voorwaar Wij gaven Moesa het Boek dat zij geleid moge worden.
50 - Al-Mu'minun (The Believers) - 050
وَجَعَلۡنَا ٱبۡنَ مَرۡيَمَ وَأُمَّهُۥٓ ءَايَةٗ وَءَاوَيۡنَٰهُمَآ إِلَىٰ رَبۡوَةٖ ذَاتِ قَرَارٖ وَمَعِينٖ
En Wij hebben de zoon van Maryam en zijn moeder als een teken gemaakt, en Wij gaven hen een toevluchtsoord op hoge gronden, een rustplaats, zekerheid en stromende rivieren.
51 - Al-Mu'minun (The Believers) - 051
يَـٰٓأَيُّهَا ٱلرُّسُلُ كُلُواْ مِنَ ٱلطَّيِّبَٰتِ وَٱعۡمَلُواْ صَٰلِحًاۖ إِنِّي بِمَا تَعۡمَلُونَ عَلِيمٞ
O boodschapper!s! Eet van het wettige en goede voedsel, en verricht goede daden (zowel de verplichte als de vrijwillige). Waarlijk! Ik ben Alwetend over datgene wat jullie doen.
52 - Al-Mu'minun (The Believers) - 052
وَإِنَّ هَٰذِهِۦٓ أُمَّتُكُمۡ أُمَّةٗ وَٰحِدَةٗ وَأَنَا۠ رَبُّكُمۡ فَٱتَّقُونِ
En waarlijk! Dit is jullie godsdienst en is één godsdienst en Ik ben jullie Heer, vrees mij dus.
53 - Al-Mu'minun (The Believers) - 053
فَتَقَطَّعُوٓاْ أَمۡرَهُم بَيۡنَهُمۡ زُبُرٗاۖ كُلُّ حِزۡبِۭ بِمَا لَدَيۡهِمۡ فَرِحُونَ
Maar zij hebben hun godsdienst in sekten opgebroken, iedere groep verheugend in zijn geloof.
54 - Al-Mu'minun (The Believers) - 054
فَذَرۡهُمۡ فِي غَمۡرَتِهِمۡ حَتَّىٰ حِينٍ
Laat hen dus in dwaling verkeren tot een bepaalde moment.
55 - Al-Mu'minun (The Believers) - 055
أَيَحۡسَبُونَ أَنَّمَا نُمِدُّهُم بِهِۦ مِن مَّالٖ وَبَنِينَ
Denken zij dat Wij hen in hun weelde en kinderen zullen vermeerderen,
56 - Al-Mu'minun (The Believers) - 056
نُسَارِعُ لَهُمۡ فِي ٱلۡخَيۡرَٰتِۚ بَل لَّا يَشۡعُرُونَ
Wij bespoedigen Ons tot hen met goede zaken. Nee, maar zij zien dat niet (omdat het hart ziek is of zelfs blind is).
57 - Al-Mu'minun (The Believers) - 057
إِنَّ ٱلَّذِينَ هُم مِّنۡ خَشۡيَةِ رَبِّهِم مُّشۡفِقُونَ
Waarlijk! Degenen die in ontzag en vrees voor hun Heer leven;
58 - Al-Mu'minun (The Believers) - 058
وَٱلَّذِينَ هُم بِـَٔايَٰتِ رَبِّهِمۡ يُؤۡمِنُونَ
En degenen die in de tekenen van hun Heer geloven,
59 - Al-Mu'minun (The Believers) - 059
وَٱلَّذِينَ هُم بِرَبِّهِمۡ لَا يُشۡرِكُونَ
En degenen die geen deelgenoten aan hun Heer toekennen.
60 - Al-Mu'minun (The Believers) - 060
وَٱلَّذِينَ يُؤۡتُونَ مَآ ءَاتَواْ وَّقُلُوبُهُمۡ وَجِلَةٌ أَنَّهُمۡ إِلَىٰ رَبِّهِمۡ رَٰجِعُونَ
En degenen die dat geven wat zij geven terwijl hun harten vol vrees omdat zij er zeker van zijn dat zij tot hun Heer terugkeren (en daar gaat het om wat er gebeurd met het hart tijdens de aanbidding).
61 - Al-Mu'minun (The Believers) - 061
أُوْلَـٰٓئِكَ يُسَٰرِعُونَ فِي ٱلۡخَيۡرَٰتِ وَهُمۡ لَهَا سَٰبِقُونَ
Zij zijn het die wedijveren om de goede daden en zij zijn er de eersten in.
62 - Al-Mu'minun (The Believers) - 062
وَلَا نُكَلِّفُ نَفۡسًا إِلَّا وُسۡعَهَاۚ وَلَدَيۡنَا كِتَٰبٞ يَنطِقُ بِٱلۡحَقِّ وَهُمۡ لَا يُظۡلَمُونَ
En Wij belasten niemand behalve volgens zijn vermogen en met Ons is een boek (rapport) dat de waarheid spreekt en hun zal geen onrecht aangedaan worden.
63 - Al-Mu'minun (The Believers) - 063
بَلۡ قُلُوبُهُمۡ فِي غَمۡرَةٖ مِّنۡ هَٰذَا وَلَهُمۡ أَعۡمَٰلٞ مِّن دُونِ ذَٰلِكَ هُمۡ لَهَا عَٰمِلُونَ
Nee, maar hun harten zijn bedekt om dit te kunnen begrijpen, en zij hebben andere daden naast wat zij doen.
64 - Al-Mu'minun (The Believers) - 064
حَتَّىٰٓ إِذَآ أَخَذۡنَا مُتۡرَفِيهِم بِٱلۡعَذَابِ إِذَا هُمۡ يَجۡـَٔرُونَ
Tot Wij degenen die een luxe leven leiden grijpen met bestraffing, toen riepen zijn om hulp.
65 - Al-Mu'minun (The Believers) - 065
لَا تَجۡـَٔرُواْ ٱلۡيَوۡمَۖ إِنَّكُم مِّنَّا لَا تُنصَرُونَ
Roep deze dag niet luid aan! Zeker, jullie zullen door Ons niet geholpen worden.
66 - Al-Mu'minun (The Believers) - 066
قَدۡ كَانَتۡ ءَايَٰتِي تُتۡلَىٰ عَلَيۡكُمۡ فَكُنتُمۡ عَلَىٰٓ أَعۡقَٰبِكُمۡ تَنكِصُونَ
Voorwaar, Mijn verzen worden voor jullie gereciteerd, maar jullie draaien je op je hielen terug.
67 - Al-Mu'minun (The Believers) - 067
مُسۡتَكۡبِرِينَ بِهِۦ سَٰمِرٗا تَهۡجُرُونَ
Trots spreken zij er’s nachts kwaad over.
68 - Al-Mu'minun (The Believers) - 068
أَفَلَمۡ يَدَّبَّرُواْ ٱلۡقَوۡلَ أَمۡ جَآءَهُم مَّا لَمۡ يَأۡتِ ءَابَآءَهُمُ ٱلۡأَوَّلِينَ
Hebben zij niet over het Woord (van Allah) nagedacht of is er tot hen gekomen wat niet tot hun voorvaderen is gekomen?
69 - Al-Mu'minun (The Believers) - 069
أَمۡ لَمۡ يَعۡرِفُواْ رَسُولَهُمۡ فَهُمۡ لَهُۥ مُنكِرُونَ
Of is het dat zij hun Boodschapper niet herkennen zodat zij hem verloochenen?
70 - Al-Mu'minun (The Believers) - 070
أَمۡ يَقُولُونَ بِهِۦ جِنَّةُۢۚ بَلۡ جَآءَهُم بِٱلۡحَقِّ وَأَكۡثَرُهُمۡ لِلۡحَقِّ كَٰرِهُونَ
Of zeggen dat: “Er krankzinnigheid in hem is?” Nee, maar hij heeft hun de waarheid gebracht maar de meesten van hen zijn afkerig van de waarheid.
71 - Al-Mu'minun (The Believers) - 071
وَلَوِ ٱتَّبَعَ ٱلۡحَقُّ أَهۡوَآءَهُمۡ لَفَسَدَتِ ٱلسَّمَٰوَٰتُ وَٱلۡأَرۡضُ وَمَن فِيهِنَّۚ بَلۡ أَتَيۡنَٰهُم بِذِكۡرِهِمۡ فَهُمۡ عَن ذِكۡرِهِم مُّعۡرِضُونَ
En als de waarheid in overeenstemming met hun lusten was, waarlijk, de hemelen en de aarde en alles wat zich daar in bevindt dan zou het verdorven raken! Nee, Wij hebben hun een vermaning gebracht, maar zij keren zich van de vermaning af.
72 - Al-Mu'minun (The Believers) - 072
أَمۡ تَسۡـَٔلُهُمۡ خَرۡجٗا فَخَرَاجُ رَبِّكَ خَيۡرٞۖ وَهُوَ خَيۡرُ ٱلرَّـٰزِقِينَ
Of is het zo dat jij hun om een vergoeding? Maar de beoning van jouw Heer is beter en Hij is de beste onder de voorzieners.
73 - Al-Mu'minun (The Believers) - 073
وَإِنَّكَ لَتَدۡعُوهُمۡ إِلَىٰ صِرَٰطٖ مُّسۡتَقِيمٖ
En zeker, jij roept hen op tot een recht pad.
74 - Al-Mu'minun (The Believers) - 074
وَإِنَّ ٱلَّذِينَ لَا يُؤۡمِنُونَ بِٱلۡأٓخِرَةِ عَنِ ٱلصِّرَٰطِ لَنَٰكِبُونَ
En waarlijk degenen die niet in het hiernamaals geloven, dwalen zeker af van het pad.
75 - Al-Mu'minun (The Believers) - 075
۞وَلَوۡ رَحِمۡنَٰهُمۡ وَكَشَفۡنَا مَا بِهِم مِّن ضُرّٖ لَّلَجُّواْ فِي طُغۡيَٰنِهِمۡ يَعۡمَهُونَ
En als Wij genade met hen zouden hebben en hun ellende die zij ondergaan van hen zouden verwijderen, toch zijn zij koppig en houden vast aan hun (tirannie) overtreding, lopen blind rond.
76 - Al-Mu'minun (The Believers) - 076
وَلَقَدۡ أَخَذۡنَٰهُم بِٱلۡعَذَابِ فَمَا ٱسۡتَكَانُواْ لِرَبِّهِمۡ وَمَا يَتَضَرَّعُونَ
En voorwaar, Wij grepen hen met bestraffing, maar zij stelden zichzelf niet nederig op voor hun Heer noch riepen zij (Allah) aan in onderwerping aan Hem.
77 - Al-Mu'minun (The Believers) - 077
حَتَّىٰٓ إِذَا فَتَحۡنَا عَلَيۡهِم بَابٗا ذَا عَذَابٖ شَدِيدٍ إِذَا هُمۡ فِيهِ مُبۡلِسُونَ
Tot Wij een poort van zware bestraffing voor hen openden en zie! Zij worden in de vernietiging gestort met diepe spijt, berouw en wanhoop.
78 - Al-Mu'minun (The Believers) - 078
وَهُوَ ٱلَّذِيٓ أَنشَأَ لَكُمُ ٱلسَّمۡعَ وَٱلۡأَبۡصَٰرَ وَٱلۡأَفۡـِٔدَةَۚ قَلِيلٗا مَّا تَشۡكُرُونَ
Hij is het, Die voor jullie het gehoor, gezicht en het hart geschapen heeft. Jullie danken slechts weinig.
79 - Al-Mu'minun (The Believers) - 079
وَهُوَ ٱلَّذِي ذَرَأَكُمۡ فِي ٱلۡأَرۡضِ وَإِلَيۡهِ تُحۡشَرُونَ
En Hij is het Die jullie op aarde geschapen heeft en tot Hem zullen jullie verzameld worden.
80 - Al-Mu'minun (The Believers) - 080
وَهُوَ ٱلَّذِي يُحۡيِۦ وَيُمِيتُ وَلَهُ ٱخۡتِلَٰفُ ٱلَّيۡلِ وَٱلنَّهَارِۚ أَفَلَا تَعۡقِلُونَ
En Hij is het Die het leven geeft en de dood veroorzaakt, en aan Hem is de afwisseling van de nacht en de dag. Zullen jullie het dan niet begrijpen?
81 - Al-Mu'minun (The Believers) - 081
بَلۡ قَالُواْ مِثۡلَ مَا قَالَ ٱلۡأَوَّلُونَ
Nee, maar zij zeggen hetzelfde als wat de mensen van vroeger zeiden.
82 - Al-Mu'minun (The Believers) - 082
قَالُوٓاْ أَءِذَا مِتۡنَا وَكُنَّا تُرَابٗا وَعِظَٰمًا أَءِنَّا لَمَبۡعُوثُونَ
Zij zeiden: “Als wij dood zijn en tot stof en beenderen geworden zijn, zullen wij dan echt herrezen worden?
83 - Al-Mu'minun (The Believers) - 083
لَقَدۡ وُعِدۡنَا نَحۡنُ وَءَابَآؤُنَا هَٰذَا مِن قَبۡلُ إِنۡ هَٰذَآ إِلَّآ أَسَٰطِيرُ ٱلۡأَوَّلِينَ
Waarlijk, dit is ons beloofd, ons en onze vaders voor (ons)! Dit zijn slechts de verhalen van de ouderen!”
84 - Al-Mu'minun (The Believers) - 084
قُل لِّمَنِ ٱلۡأَرۡضُ وَمَن فِيهَآ إِن كُنتُمۡ تَعۡلَمُونَ
Zeg: “Aan wie behoort de aarde toe en wat zich daarin bevindt toe? Als jullie het maar weten!”
85 - Al-Mu'minun (The Believers) - 085
سَيَقُولُونَ لِلَّهِۚ قُلۡ أَفَلَا تَذَكَّرُونَ
Zij zullen zeggen: “Het is van Allah!” Zeg: “Zullen jullie daar dan niet aan denken?”
86 - Al-Mu'minun (The Believers) - 086
قُلۡ مَن رَّبُّ ٱلسَّمَٰوَٰتِ ٱلسَّبۡعِ وَرَبُّ ٱلۡعَرۡشِ ٱلۡعَظِيمِ
Zeg: “Wie is (de) Heer van de zeven hemelen en (de) Heer van de geweldige troon?”
87 - Al-Mu'minun (The Believers) - 087
سَيَقُولُونَ لِلَّهِۚ قُلۡ أَفَلَا تَتَّقُونَ
Zij zullen zeggen: ”Allah.” Zeg: “Zullen jullie Allah dan niet vrezen?”
88 - Al-Mu'minun (The Believers) - 088
قُلۡ مَنۢ بِيَدِهِۦ مَلَكُوتُ كُلِّ شَيۡءٖ وَهُوَ يُجِيرُ وَلَا يُجَارُ عَلَيۡهِ إِن كُنتُمۡ تَعۡلَمُونَ
Zeg: “In wiens handen is de heerschappij van alles. En Hij beschermt (alles) terwijl er tegen Hem geen beschermer is als jullie weten.”
89 - Al-Mu'minun (The Believers) - 089
سَيَقُولُونَ لِلَّهِۚ قُلۡ فَأَنَّىٰ تُسۡحَرُونَ
Zij zullen zeggen: “ (Alles behoort) aan Allah.” Zeg: “Hoe komt het dan dat jullie bedrogen zijn en je van de waarheid afkeren?”
90 - Al-Mu'minun (The Believers) - 090
بَلۡ أَتَيۡنَٰهُم بِٱلۡحَقِّ وَإِنَّهُمۡ لَكَٰذِبُونَ
Nee, maar Wij hebben hen de waarheid gebracht en waarlijk zij zijn leugenaars.
91 - Al-Mu'minun (The Believers) - 091
مَا ٱتَّخَذَ ٱللَّهُ مِن وَلَدٖ وَمَا كَانَ مَعَهُۥ مِنۡ إِلَٰهٍۚ إِذٗا لَّذَهَبَ كُلُّ إِلَٰهِۭ بِمَا خَلَقَ وَلَعَلَا بَعۡضُهُمۡ عَلَىٰ بَعۡضٖۚ سُبۡحَٰنَ ٱللَّهِ عَمَّا يَصِفُونَ
Geen zoon heeft Allah genomen noch is er een andere god naast Hem; dan zou iedere god weggenomen hebben wat hij geschapen had en sommigen zouden geprobeerd hebben anderen te overwinnen! Verheerlijkt is Allah boven al wat zij Hem hebben toegekend!
92 - Al-Mu'minun (The Believers) - 092
عَٰلِمِ ٱلۡغَيۡبِ وَٱلشَّهَٰدَةِ فَتَعَٰلَىٰ عَمَّا يُشۡرِكُونَ
Alwetende van het onwaarneembare en het waarneembare! Verheven is Hij over alles wat zij Hem als deelgenoten toegekend hebben!
93 - Al-Mu'minun (The Believers) - 093
قُل رَّبِّ إِمَّا تُرِيَنِّي مَا يُوعَدُونَ
Zeg: “Mijn Heer! Als U mij laat zien waarmee zij bedreigd worden, -
94 - Al-Mu'minun (The Believers) - 094
رَبِّ فَلَا تَجۡعَلۡنِي فِي ٱلۡقَوۡمِ ٱلظَّـٰلِمِينَ
Mijn Heer! (Red mij) dan en plaats mij niet tussen de mensen die onrechtvaardig zijn."
95 - Al-Mu'minun (The Believers) - 095
وَإِنَّا عَلَىٰٓ أَن نُّرِيَكَ مَا نَعِدُهُمۡ لَقَٰدِرُونَ
En voorwaar, Wij zijn in staat om jou te laten zien waarmee Wij hen bedreigd hebben.
96 - Al-Mu'minun (The Believers) - 096
ٱدۡفَعۡ بِٱلَّتِي هِيَ أَحۡسَنُ ٱلسَّيِّئَةَۚ نَحۡنُ أَعۡلَمُ بِمَا يَصِفُونَ
Weer het kwaad af met dat wat beter is. Wij weten het best wat zijn toeschrijven.
97 - Al-Mu'minun (The Believers) - 097
وَقُل رَّبِّ أَعُوذُ بِكَ مِنۡ هَمَزَٰتِ ٱلشَّيَٰطِينِ
En zeg: “Mijn Heer, ik zoek mijn toevlucht bij U tegen de influisteringen van de duivels.
98 - Al-Mu'minun (The Believers) - 098
وَأَعُوذُ بِكَ رَبِّ أَن يَحۡضُرُونِ
En ik zoek toevlucht bij U, mijn Heer! Opdat zij mij niet (met hun slechtheden) zullen naderen (tijdens mijn handelingen).”
99 - Al-Mu'minun (The Believers) - 099
حَتَّىٰٓ إِذَا جَآءَ أَحَدَهُمُ ٱلۡمَوۡتُ قَالَ رَبِّ ٱرۡجِعُونِ
Maar wanneer de dood tot één van hen komt, zegt hij: “Mijn Heer! Laat mij terugkeren[1].
[1]Ieder heeft als enige wens om terug te keren naar de wereld om goede daden te doen, de Profeet te volgen, laten wij dat dan nu al doen zodat we het graf ingaan met een goede voorbereiding.
100 - Al-Mu'minun (The Believers) - 100