الكهف

 

Al-Kahf

 

The Cave

1 - Al-Kahf (The Cave) - 001

ٱلۡحَمۡدُ لِلَّهِ ٱلَّذِيٓ أَنزَلَ عَلَىٰ عَبۡدِهِ ٱلۡكِتَٰبَ وَلَمۡ يَجۡعَل لَّهُۥ عِوَجَاۜ
Alle lofprijzingen en dank is aan Allah, Die Zijn dienaar het Boek neer heeft gezonden en daar geen enkele bochten in heeft geplaatst.

2 - Al-Kahf (The Cave) - 002

قَيِّمٗا لِّيُنذِرَ بَأۡسٗا شَدِيدٗا مِّن لَّدُنۡهُ وَيُبَشِّرَ ٱلۡمُؤۡمِنِينَ ٱلَّذِينَ يَعۡمَلُونَ ٱلصَّـٰلِحَٰتِ أَنَّ لَهُمۡ أَجۡرًا حَسَنٗا
(Hij heeft de weg van geluk) recht gemaakt om degene die geloven en goede daden verrichten te waarschuwen voor een strenge bestraffing van Hem en om het goede nieuws te brengen, dat zij een mooie beloning zullen verkrijgen.

3 - Al-Kahf (The Cave) - 003

مَّـٰكِثِينَ فِيهِ أَبَدٗا
Zij zullen daarin voor altijd verblijven.

4 - Al-Kahf (The Cave) - 004

وَيُنذِرَ ٱلَّذِينَ قَالُواْ ٱتَّخَذَ ٱللَّهُ وَلَدٗا
En diegenen waarschuwen die zeggen: “Allah heeft een zoon genomen.”

5 - Al-Kahf (The Cave) - 005

مَّا لَهُم بِهِۦ مِنۡ عِلۡمٖ وَلَا لِأٓبَآئِهِمۡۚ كَبُرَتۡ كَلِمَةٗ تَخۡرُجُ مِنۡ أَفۡوَٰهِهِمۡۚ إِن يَقُولُونَ إِلَّا كَذِبٗا
Zij hebben geen kennis over zulke zaken, noch hadden dat hun vaderen. Slecht zijn de (godslasterlijke) woorden die zij in hun monden durven nemen! Zij vertellen niets anders dan leugens.

6 - Al-Kahf (The Cave) - 006

فَلَعَلَّكَ بَٰخِعٞ نَّفۡسَكَ عَلَىٰٓ ءَاثَٰرِهِمۡ إِن لَّمۡ يُؤۡمِنُواْ بِهَٰذَا ٱلۡحَدِيثِ أَسَفًا
Wellicht zou je jezelf uit verdriet doen vernietigen omdat zij niet geloven niet in dit woord.

7 - Al-Kahf (The Cave) - 007

إِنَّا جَعَلۡنَا مَا عَلَى ٱلۡأَرۡضِ زِينَةٗ لَّهَا لِنَبۡلُوَهُمۡ أَيُّهُمۡ أَحۡسَنُ عَمَلٗا
Waarlijk! Wij hebben datgene wat er zich op aarde bevindt (zoals dieren, planten, bomen, waterbronnen, e.a.) als haar versiering gemaakt, opdat Wij kunnen testen wie van hen uitblinkt in goede daden.

8 - Al-Kahf (The Cave) - 008

وَإِنَّا لَجَٰعِلُونَ مَا عَلَيۡهَا صَعِيدٗا جُرُزًا
En waarlijk! Wij zullen alles wat daarop is tot droge aarde maken (als alles gestorven is).

9 - Al-Kahf (The Cave) - 009

أَمۡ حَسِبۡتَ أَنَّ أَصۡحَٰبَ ٱلۡكَهۡفِ وَٱلرَّقِيمِ كَانُواْ مِنۡ ءَايَٰتِنَا عَجَبًا
Denken jullie dat de mensen van de Grot en de inscriptie een wonder onder Onze tekenen waren?

10 - Al-Kahf (The Cave) - 010

إِذۡ أَوَى ٱلۡفِتۡيَةُ إِلَى ٱلۡكَهۡفِ فَقَالُواْ رَبَّنَآ ءَاتِنَا مِن لَّدُنكَ رَحۡمَةٗ وَهَيِّئۡ لَنَا مِنۡ أَمۡرِنَا رَشَدٗا
(Gedenk) toen de jonge mannen naar de Grot vluchten, zij zeiden: “Onze Heer! Schenk ons genade van U en vergemakkelijk onze zaak op een succesvolle manier!”

11 - Al-Kahf (The Cave) - 011

فَضَرَبۡنَا عَلَىٰٓ ءَاذَانِهِمۡ فِي ٱلۡكَهۡفِ سِنِينَ عَدَدٗا
Daarom bedekten Wij hun gehoor (daardoor sliepen zij zo lang) gedurende een aantal jaren in een grot.

12 - Al-Kahf (The Cave) - 012

ثُمَّ بَعَثۡنَٰهُمۡ لِنَعۡلَمَ أَيُّ ٱلۡحِزۡبَيۡنِ أَحۡصَىٰ لِمَا لَبِثُوٓاْ أَمَدٗا
Toen lieten Wij hen herrijzen, zodat Wij hen konden testen wie van de twee partijen het beste was in het berekenen van de tijd die zij hadden verbleven.

13 - Al-Kahf (The Cave) - 013

نَّحۡنُ نَقُصُّ عَلَيۡكَ نَبَأَهُم بِٱلۡحَقِّۚ إِنَّهُمۡ فِتۡيَةٌ ءَامَنُواْ بِرَبِّهِمۡ وَزِدۡنَٰهُمۡ هُدٗى
Wij vertellen aan jou in waarheid hun verhaal: Waarlijk! Zij waren jonge mannen die in hun Heer geloofden, en Wij vermeerderden de leiding voor hen.

14 - Al-Kahf (The Cave) - 014

وَرَبَطۡنَا عَلَىٰ قُلُوبِهِمۡ إِذۡ قَامُواْ فَقَالُواْ رَبُّنَا رَبُّ ٱلسَّمَٰوَٰتِ وَٱلۡأَرۡضِ لَن نَّدۡعُوَاْ مِن دُونِهِۦٓ إِلَٰهٗاۖ لَّقَدۡ قُلۡنَآ إِذٗا شَطَطًا
En Wij maakten hun harten standvastig en sterk, toen zij opstonden [1] en zeiden: “Onze Heer is de Heer van de hemelen en de aarde, nooit zullen wij een andere god behalve Hem aanroepen; als wij dat deden zouden wij zeker een enorm ongeloof uitspreken."
[1]Daarom begint de weg naar Allah met het opstaan van het hart doormiddel kennis op blijven doen van het geloof vervolgens er na handelen.

15 - Al-Kahf (The Cave) - 015

هَـٰٓؤُلَآءِ قَوۡمُنَا ٱتَّخَذُواْ مِن دُونِهِۦٓ ءَالِهَةٗۖ لَّوۡلَا يَأۡتُونَ عَلَيۡهِم بِسُلۡطَٰنِۭ بَيِّنٖۖ فَمَنۡ أَظۡلَمُ مِمَّنِ ٱفۡتَرَىٰ عَلَى ٱللَّهِ كَذِبٗا
Dit volk van ons hebben anderen goden in de aanbidding aangenomen dan Allah. Waarom komen zij niet met duidelijk bewijs voor hun valse goden? En wie maakt een grotere fout dan degene die leugens over Allah verzint.

16 - Al-Kahf (The Cave) - 016

وَإِذِ ٱعۡتَزَلۡتُمُوهُمۡ وَمَا يَعۡبُدُونَ إِلَّا ٱللَّهَ فَأۡوُۥٓاْ إِلَى ٱلۡكَهۡفِ يَنشُرۡ لَكُمۡ رَبُّكُم مِّن رَّحۡمَتِهِۦ وَيُهَيِّئۡ لَكُم مِّنۡ أَمۡرِكُم مِّرۡفَقٗا
16 “En als jullie je van hen terugtrekken en van dat wat zij aanbidden naast Allah, en jullie vervolgens naar de grot vluchten, dan zal jullie Heer jullie van Zijn genade schenken jullie zaak voor jullie gemakkelijk maken.”

17 - Al-Kahf (The Cave) - 017

۞وَتَرَى ٱلشَّمۡسَ إِذَا طَلَعَت تَّزَٰوَرُ عَن كَهۡفِهِمۡ ذَاتَ ٱلۡيَمِينِ وَإِذَا غَرَبَت تَّقۡرِضُهُمۡ ذَاتَ ٱلشِّمَالِ وَهُمۡ فِي فَجۡوَةٖ مِّنۡهُۚ ذَٰلِكَ مِنۡ ءَايَٰتِ ٱللَّهِۗ مَن يَهۡدِ ٱللَّهُ فَهُوَ ٱلۡمُهۡتَدِۖ وَمَن يُضۡلِلۡ فَلَن تَجِدَ لَهُۥ وَلِيّٗا مُّرۡشِدٗا
En wellicht heb je de zon gezien, toen die opkwam rechts van de Grot verwijderend en als zij ondergaat, keert zij zich af van hen naar de linkerkant, terwijl zij zich aan de binnenkant van de Grot lagen. Dat is (één) van de tekenen van Allah. Degene die Allah leidt, is rechtgeleid maar degene die Hij laat dwalen – voor hem vinden jullie geen gids om hem (op het rechte pad) te leiden.

18 - Al-Kahf (The Cave) - 018

وَتَحۡسَبُهُمۡ أَيۡقَاظٗا وَهُمۡ رُقُودٞۚ وَنُقَلِّبُهُمۡ ذَاتَ ٱلۡيَمِينِ وَذَاتَ ٱلشِّمَالِۖ وَكَلۡبُهُم بَٰسِطٞ ذِرَاعَيۡهِ بِٱلۡوَصِيدِۚ لَوِ ٱطَّلَعۡتَ عَلَيۡهِمۡ لَوَلَّيۡتَ مِنۡهُمۡ فِرَارٗا وَلَمُلِئۡتَ مِنۡهُمۡ رُعۡبٗا
En (als je hen had gezien) dan zou je hebben gedacht dat zij wakker waren, maar (in werkelijkheid) sliepen zij (met hun ogen wijd geopend). En Wij draaiden hen op hun rechterkant en (dan weer) op hun linkerkant (om decubitus tegen te gaan), en hun (jacht)hond (die hen had vergezeld, lag daar op de binnenplaats van de grot) met gestrekte voorpoten in (de richting van) de ingang. Als je hen had zien liggen (met hun wijd gesperde ogen), dan was je in volle angst van hen weggevlucht, en (bovendien) zou je (hart zich) voor hen zeker met een gevoel van angst (hebben gevuld).

19 - Al-Kahf (The Cave) - 019

وَكَذَٰلِكَ بَعَثۡنَٰهُمۡ لِيَتَسَآءَلُواْ بَيۡنَهُمۡۚ قَالَ قَآئِلٞ مِّنۡهُمۡ كَمۡ لَبِثۡتُمۡۖ قَالُواْ لَبِثۡنَا يَوۡمًا أَوۡ بَعۡضَ يَوۡمٖۚ قَالُواْ رَبُّكُمۡ أَعۡلَمُ بِمَا لَبِثۡتُمۡ فَٱبۡعَثُوٓاْ أَحَدَكُم بِوَرِقِكُمۡ هَٰذِهِۦٓ إِلَى ٱلۡمَدِينَةِ فَلۡيَنظُرۡ أَيُّهَآ أَزۡكَىٰ طَعَامٗا فَلۡيَأۡتِكُم بِرِزۡقٖ مِّنۡهُ وَلۡيَتَلَطَّفۡ وَلَا يُشۡعِرَنَّ بِكُمۡ أَحَدًا
Dus deden Wij hen ontwaken zodat zij elkaar konden ondervragen. Een spreker van hen zei: “Hoe lang zijn jullie (hier) geweest? ” Zij zeiden: “Wij zijn hier misschien een dag geweest of een deel van een dag.” Zij zeiden: “(Alleen) jullie Heer weet het beste hoe lang jullie hier geweest zijn. Stuur dus één van jullie met een zilveren munt van jullie naar de stad en laat hem zoeken wat wettig goed voedsel is en daarvan wat naar jullie brengen. En laat hem voorzichtig zijn en laat niemand weet van jullie hebben.

20 - Al-Kahf (The Cave) - 020

إِنَّهُمۡ إِن يَظۡهَرُواْ عَلَيۡكُمۡ يَرۡجُمُوكُمۡ أَوۡ يُعِيدُوكُمۡ فِي مِلَّتِهِمۡ وَلَن تُفۡلِحُوٓاْ إِذًا أَبَدٗا
Want als zij er achter komen wie jullie zijn, zullen zij jullie stenigen of jullie wenden je opnieuw tot hun godsdienst en op die manier zullen jullie nooit slagen."

21 - Al-Kahf (The Cave) - 021

وَكَذَٰلِكَ أَعۡثَرۡنَا عَلَيۡهِمۡ لِيَعۡلَمُوٓاْ أَنَّ وَعۡدَ ٱللَّهِ حَقّٞ وَأَنَّ ٱلسَّاعَةَ لَا رَيۡبَ فِيهَآ إِذۡ يَتَنَٰزَعُونَ بَيۡنَهُمۡ أَمۡرَهُمۡۖ فَقَالُواْ ٱبۡنُواْ عَلَيۡهِم بُنۡيَٰنٗاۖ رَّبُّهُمۡ أَعۡلَمُ بِهِمۡۚ قَالَ ٱلَّذِينَ غَلَبُواْ عَلَىٰٓ أَمۡرِهِمۡ لَنَتَّخِذَنَّ عَلَيۡهِم مَّسۡجِدٗا
En dus maakten Wij hun geval aan de mensen bekend, zodat zij weten dat de belofte van Allah waar is en dat er geen twijfel over het Uur kan bestaan. (Gedenk) wanneer zij onder elkander redetwisten over het geval, zij zeiden: “Zet een gebouw over hen, hun Heer weet het, het beste over hen (toen) zeiden degenen die de bovenhand hadden: “Wij zullen zeker een plaats van aanbidding over hen heen bouwen (hierom wordt een graf niet in een moskee geplaatst)."

22 - Al-Kahf (The Cave) - 022

سَيَقُولُونَ ثَلَٰثَةٞ رَّابِعُهُمۡ كَلۡبُهُمۡ وَيَقُولُونَ خَمۡسَةٞ سَادِسُهُمۡ كَلۡبُهُمۡ رَجۡمَۢا بِٱلۡغَيۡبِۖ وَيَقُولُونَ سَبۡعَةٞ وَثَامِنُهُمۡ كَلۡبُهُمۡۚ قُل رَّبِّيٓ أَعۡلَمُ بِعِدَّتِهِم مَّا يَعۡلَمُهُمۡ إِلَّا قَلِيلٞۗ فَلَا تُمَارِ فِيهِمۡ إِلَّا مِرَآءٗ ظَٰهِرٗا وَلَا تَسۡتَفۡتِ فِيهِم مِّنۡهُمۡ أَحَدٗا
(Sommigen) zeiden dat het er drie waren, de hond onder hen was de vierde; (anderen) zeiden dat het er vijf waren en de hond de zesde – gissend naar het onwaarneembare; (en weer anderen) zeiden dat het er zeven waren en de hond de achtste. Zeg: “Mijn Heer kent het aantal het beste; niemand behalve slechts een paar weet over hen.” Debateer dus niet behalve met duidelijke bewijzen. En raadpleeg geen van hen over de mensen van de Grot.

23 - Al-Kahf (The Cave) - 023

وَلَا تَقُولَنَّ لِشَاْيۡءٍ إِنِّي فَاعِلٞ ذَٰلِكَ غَدًا
En zeg nooit ergens van: “Ik zal zoiets morgen doen.”

24 - Al-Kahf (The Cave) - 024

إِلَّآ أَن يَشَآءَ ٱللَّهُۚ وَٱذۡكُر رَّبَّكَ إِذَا نَسِيتَ وَقُلۡ عَسَىٰٓ أَن يَهۡدِيَنِ رَبِّي لِأَقۡرَبَ مِنۡ هَٰذَا رَشَدٗا
Behalve (met de uitspraak): “Als Allah het wil! En gedenk jullie Heer wanneer jullie (het zijn) vergeten (maar het jullie weer te binnen schiet): “Het kan zo zijn dat mijn Heer mij leidt naar een weg met meer succes dan dit."

25 - Al-Kahf (The Cave) - 025

وَلَبِثُواْ فِي كَهۡفِهِمۡ ثَلَٰثَ مِاْئَةٖ سِنِينَ وَٱزۡدَادُواْ تِسۡعٗا
En zij verbleven driehonderd jaar in hun Grot en voeg daar nog negen jaar aan toe.

26 - Al-Kahf (The Cave) - 026

قُلِ ٱللَّهُ أَعۡلَمُ بِمَا لَبِثُواْۖ لَهُۥ غَيۡبُ ٱلسَّمَٰوَٰتِ وَٱلۡأَرۡضِۖ أَبۡصِرۡ بِهِۦ وَأَسۡمِعۡۚ مَا لَهُم مِّن دُونِهِۦ مِن وَلِيّٖ وَلَا يُشۡرِكُ فِي حُكۡمِهِۦٓ أَحَدٗا
Zeg: “Allah weet het beste hoe lang zij daar verbleven. Bij Hem is (de kennis van) het onwaarneembare van de hemelen en de aarde. Er is geen betere ziende en horende dan Allah (alles)! Zij hebben geen helper anders dan Hem en Hij laat niemand delen in het maken van Zijn besluiten en Zijn regels.”

27 - Al-Kahf (The Cave) - 027

وَٱتۡلُ مَآ أُوحِيَ إِلَيۡكَ مِن كِتَابِ رَبِّكَۖ لَا مُبَدِّلَ لِكَلِمَٰتِهِۦ وَلَن تَجِدَ مِن دُونِهِۦ مُلۡتَحَدٗا
En reciteer wat aan jou geopenbaard is van het Boek van jouw Heer. Niemand kan Zijn woorden veranderen, en niemand kan een andere toevlucht dan Hem vinden.

28 - Al-Kahf (The Cave) - 028

وَٱصۡبِرۡ نَفۡسَكَ مَعَ ٱلَّذِينَ يَدۡعُونَ رَبَّهُم بِٱلۡغَدَوٰةِ وَٱلۡعَشِيِّ يُرِيدُونَ وَجۡهَهُۥۖ وَلَا تَعۡدُ عَيۡنَاكَ عَنۡهُمۡ تُرِيدُ زِينَةَ ٱلۡحَيَوٰةِ ٱلدُّنۡيَاۖ وَلَا تُطِعۡ مَنۡ أَغۡفَلۡنَا قَلۡبَهُۥ عَن ذِكۡرِنَا وَٱتَّبَعَ هَوَىٰهُ وَكَانَ أَمۡرُهُۥ فُرُطٗا
En wees geduldig (op de weg van Allah, dus kennis opdoen en dat omzetten in aanbidding, standvastig blijven, als je een fout maakt; Tawwba verrichten, en daar mee geduld hebben) samen met degenen die hun Heer in de ochtend en de avond aanroepen, zodoende (slechts) Zijn aangezicht zoekend. En wend jouw ogen niet van hen af, omdat je de pracht en praal van het leven op aarde verlangt. Gehoorzaam niet degenen wiens harten Wij achteloos voor Onze gedenking hebben gemaakt. Hij die zijn eigen lusten volgt in buitensporige zaken (dit vers is ook het bewijs dat het verplicht is om goede vrienden te hebben als ze er zijn).

29 - Al-Kahf (The Cave) - 029

وَقُلِ ٱلۡحَقُّ مِن رَّبِّكُمۡۖ فَمَن شَآءَ فَلۡيُؤۡمِن وَمَن شَآءَ فَلۡيَكۡفُرۡۚ إِنَّآ أَعۡتَدۡنَا لِلظَّـٰلِمِينَ نَارًا أَحَاطَ بِهِمۡ سُرَادِقُهَاۚ وَإِن يَسۡتَغِيثُواْ يُغَاثُواْ بِمَآءٖ كَٱلۡمُهۡلِ يَشۡوِي ٱلۡوُجُوهَۚ بِئۡسَ ٱلشَّرَابُ وَسَآءَتۡ مُرۡتَفَقًا
En zeg: “De waarheid is van jullie Heer.” Ieder die wil, laat hem geloven en ieder die niet wil, kan ongelovig zijn. Waarlijk, Wij hebben voor de onrechtvaardigen een vuur voorbereid waarvan de muren hen zullen omringen. En als zij om hulp schreeuwen dan worden zij te hulp geschoten water krijgen als kokende olie, dat hun gezichten zal wegbranden. Vreselijk om te drinken en een kwade verzamelplaats.

30 - Al-Kahf (The Cave) - 030

إِنَّ ٱلَّذِينَ ءَامَنُواْ وَعَمِلُواْ ٱلصَّـٰلِحَٰتِ إِنَّا لَا نُضِيعُ أَجۡرَ مَنۡ أَحۡسَنَ عَمَلًا
Waarlijk! Voor degenen die geloven en goede daden verrichten – zeker! Wij zullen de beloning van iedereen die (goede) daden op de beste manier verricht niet verloren laten gaan.

31 - Al-Kahf (The Cave) - 031

أُوْلَـٰٓئِكَ لَهُمۡ جَنَّـٰتُ عَدۡنٖ تَجۡرِي مِن تَحۡتِهِمُ ٱلۡأَنۡهَٰرُ يُحَلَّوۡنَ فِيهَا مِنۡ أَسَاوِرَ مِن ذَهَبٖ وَيَلۡبَسُونَ ثِيَابًا خُضۡرٗا مِّن سُندُسٖ وَإِسۡتَبۡرَقٖ مُّتَّكِـِٔينَ فِيهَا عَلَى ٱلۡأَرَآئِكِۚ نِعۡمَ ٱلثَّوَابُ وَحَسُنَتۡ مُرۡتَفَقٗا
Voor hen zullen er eeuwig durende tuinen zijn; daar stromen rivieren onderdoor, daarin zullen zij versierd worden met gouden armbanden en zij zullen groene kleding dragen van fijne en dikke zijde. Zij zullen daarin rusten op verheven sofa’s. Geweldig is de beloning en wat een uitmuntende rustplaats.

32 - Al-Kahf (The Cave) - 032

۞وَٱضۡرِبۡ لَهُم مَّثَلٗا رَّجُلَيۡنِ جَعَلۡنَا لِأَحَدِهِمَا جَنَّتَيۡنِ مِنۡ أَعۡنَٰبٖ وَحَفَفۡنَٰهُمَا بِنَخۡلٖ وَجَعَلۡنَا بَيۡنَهُمَا زَرۡعٗا
En geef hen het voorbeeld van de twee mannen; aan één van hen hadden Wij twee tuinen met druivenstokken gegeven en Wij hadden beiden omringd met dadelpalmen; en hadden daartussen bewerkte velden geplaatst.

33 - Al-Kahf (The Cave) - 033

كِلۡتَا ٱلۡجَنَّتَيۡنِ ءَاتَتۡ أُكُلَهَا وَلَمۡ تَظۡلِم مِّنۡهُ شَيۡـٔٗاۚ وَفَجَّرۡنَا خِلَٰلَهُمَا نَهَرٗا
Elk van deze twee tuinen bracht haar vruchten voort, en deed niet in het minst daarin tekort en Wij zorgden voor een rivier die tussen hen doorstroomde.

34 - Al-Kahf (The Cave) - 034

وَكَانَ لَهُۥ ثَمَرٞ فَقَالَ لِصَٰحِبِهِۦ وَهُوَ يُحَاوِرُهُۥٓ أَنَا۠ أَكۡثَرُ مِنكَ مَالٗا وَأَعَزُّ نَفَرٗا
En hij had bezit (of fruit) en hij zei tegen zijn metgezel tijdens een wederzijds praatje: “Ik heb meer welvaart en naasten dan jij.”

35 - Al-Kahf (The Cave) - 035

وَدَخَلَ جَنَّتَهُۥ وَهُوَ ظَالِمٞ لِّنَفۡسِهِۦ قَالَ مَآ أَظُنُّ أَن تَبِيدَ هَٰذِهِۦٓ أَبَدٗا
En hij keerde terug naar zijn tuin terwijl hij in een onrechtmatige staat verkeerde. Hij zei: “Ik denk niet dat dit ooit zal verdwijnen.

36 - Al-Kahf (The Cave) - 036

وَمَآ أَظُنُّ ٱلسَّاعَةَ قَآئِمَةٗ وَلَئِن رُّدِدتُّ إِلَىٰ رَبِّي لَأَجِدَنَّ خَيۡرٗا مِّنۡهَا مُنقَلَبٗا
En ik denk niet dat het Uur ooit zal aanbreken, En als ik daadwerkelijk tot mijn Heer word teruggebracht (op de Dag der Opstanding), dan zal mijn terugkeer tot Hem (zelfs) beter zijn dan het huidige.”

37 - Al-Kahf (The Cave) - 037

قَالَ لَهُۥ صَاحِبُهُۥ وَهُوَ يُحَاوِرُهُۥٓ أَكَفَرۡتَ بِٱلَّذِي خَلَقَكَ مِن تُرَابٖ ثُمَّ مِن نُّطۡفَةٖ ثُمَّ سَوَّىٰكَ رَجُلٗا
Zijn metgezel zei tijdens het praatje tegen hem: “Ben jij ongelovig aan jouw Heer die jou uit stof geschapen heeft, daarna uit gemengde zaaddruppels van de mannelijke en vrouwelijke afscheiding en Die je daarna als mens geschapen heeft?”

38 - Al-Kahf (The Cave) - 038

لَّـٰكِنَّا۠ هُوَ ٱللَّهُ رَبِّي وَلَآ أُشۡرِكُ بِرَبِّيٓ أَحَدٗا
“Maar in mijn geval (geloof ik) dat Hij Allah is, mijn Heer en geen zal ik met Hem verenigen als deelgenoot aan mijn Heer.

39 - Al-Kahf (The Cave) - 039

وَلَوۡلَآ إِذۡ دَخَلۡتَ جَنَّتَكَ قُلۡتَ مَا شَآءَ ٱللَّهُ لَا قُوَّةَ إِلَّا بِٱللَّهِۚ إِن تَرَنِ أَنَا۠ أَقَلَّ مِنكَ مَالٗا وَوَلَدٗا
Het was beter voor jou geweest om te zeggen toen jij je tuin binnenging: 'Datgene wat Allah wil (zal gebeuren)! Er is geen macht buiten Allah! Als jij mij ziet met minder welvaart en kinderen.'

40 - Al-Kahf (The Cave) - 040

فَعَسَىٰ رَبِّيٓ أَن يُؤۡتِيَنِ خَيۡرٗا مِّن جَنَّتِكَ وَيُرۡسِلَ عَلَيۡهَا حُسۡبَانٗا مِّنَ ٱلسَّمَآءِ فَتُصۡبِحَ صَعِيدٗا زَلَقًا
Het zou kunnen zijn dat mijn Heer mij iets beters geeft dan je tuin, en een bestraffing uit de hemel daarover stuurt, dan zal het modder zijn.

41 - Al-Kahf (The Cave) - 041

أَوۡ يُصۡبِحَ مَآؤُهَا غَوۡرٗا فَلَن تَسۡتَطِيعَ لَهُۥ طَلَبٗا
Of het water daarvan verdwijnt diep in de aarde zodat je het nooit kan bereiken.”

42 - Al-Kahf (The Cave) - 042

وَأُحِيطَ بِثَمَرِهِۦ فَأَصۡبَحَ يُقَلِّبُ كَفَّيۡهِ عَلَىٰ مَآ أَنفَقَ فِيهَا وَهِيَ خَاوِيَةٌ عَلَىٰ عُرُوشِهَا وَيَقُولُ يَٰلَيۡتَنِي لَمۡ أُشۡرِكۡ بِرَبِّيٓ أَحَدٗا
Dus zijn fruit was omringd. En hij bleef achter van spijt in zijn handen klappend over wat hij had uitgegeven, terwijl het latwerk was vernietigd, kon hij slechts zeggen: “Had ik maar geen deelgenoten aan mijn Heer toegeschreven.”

43 - Al-Kahf (The Cave) - 043

وَلَمۡ تَكُن لَّهُۥ فِئَةٞ يَنصُرُونَهُۥ مِن دُونِ ٱللَّهِ وَمَا كَانَ مُنتَصِرًا
En er was geen groep mensen die hem tegen Allah kon helpen, noch kon hij zichzelf verdedigen of redden.

44 - Al-Kahf (The Cave) - 044

هُنَالِكَ ٱلۡوَلَٰيَةُ لِلَّهِ ٱلۡحَقِّۚ هُوَ خَيۡرٞ ثَوَابٗا وَخَيۡرٌ عُقۡبٗا
Daar zal de beschermende macht, het gezag en het koninkrijk voor Allah (alleen) zijn, de ware god. Hij (Allah) is het Beste als beloner en (bij Hem is) de beste eindbestemming.

45 - Al-Kahf (The Cave) - 045

وَٱضۡرِبۡ لَهُم مَّثَلَ ٱلۡحَيَوٰةِ ٱلدُّنۡيَا كَمَآءٍ أَنزَلۡنَٰهُ مِنَ ٱلسَّمَآءِ فَٱخۡتَلَطَ بِهِۦ نَبَاتُ ٱلۡأَرۡضِ فَأَصۡبَحَ هَشِيمٗا تَذۡرُوهُ ٱلرِّيَٰحُۗ وَكَانَ ٱللَّهُ عَلَىٰ كُلِّ شَيۡءٖ مُّقۡتَدِرًا
En geef aan hen het voorbeeld van het leven van deze wereld, het is als water dat Wij van de hemel naar beneden sturen en de plantengroei van de aarde mengt zich daarmee en wordt fris en groen. Maar (later) wordt het droog en breekt in stukken wanneer de wind het verspreidt. En Allah is tot alles in staat.

46 - Al-Kahf (The Cave) - 046

ٱلۡمَالُ وَٱلۡبَنُونَ زِينَةُ ٱلۡحَيَوٰةِ ٱلدُّنۡيَاۖ وَٱلۡبَٰقِيَٰتُ ٱلصَّـٰلِحَٰتُ خَيۡرٌ عِندَ رَبِّكَ ثَوَابٗا وَخَيۡرٌ أَمَلٗا
Welvaart en kinderen zijn als een versiering van het leven. En de blijvende goede oprechte daden leiden bij jouw Heer tot een betere beloning en een betere verlangen.

47 - Al-Kahf (The Cave) - 047

وَيَوۡمَ نُسَيِّرُ ٱلۡجِبَالَ وَتَرَى ٱلۡأَرۡضَ بَارِزَةٗ وَحَشَرۡنَٰهُمۡ فَلَمۡ نُغَادِرۡ مِنۡهُمۡ أَحَدٗا
En (gedenk) de Dag (de Dag des oordeels) waarop Wij de bergen zullen laten verdwijnen en jullie de aarde zullen zien als een opgeheven egale vlakten Wij zullen hen allen verzamelen en niet één van hen zal achterblijven.

48 - Al-Kahf (The Cave) - 048

وَعُرِضُواْ عَلَىٰ رَبِّكَ صَفّٗا لَّقَدۡ جِئۡتُمُونَا كَمَا خَلَقۡنَٰكُمۡ أَوَّلَ مَرَّةِۭۚ بَلۡ زَعَمۡتُمۡ أَلَّن نَّجۡعَلَ لَكُم مَّوۡعِدٗا
En zij zullen voor jullie Heer in rijen neer worden gezet (en Allah zal zeggen): “Nu zijn jullie zeker tot Ons gekomen op de manier waarop Wij jullie het eerste geschapen hadden. Nee, maar jullie hadden gedacht dat Wij geen ontmoeting van jullie (met Ons) hadden vastgesteld.”

49 - Al-Kahf (The Cave) - 049

وَوُضِعَ ٱلۡكِتَٰبُ فَتَرَى ٱلۡمُجۡرِمِينَ مُشۡفِقِينَ مِمَّا فِيهِ وَيَقُولُونَ يَٰوَيۡلَتَنَا مَالِ هَٰذَا ٱلۡكِتَٰبِ لَا يُغَادِرُ صَغِيرَةٗ وَلَا كَبِيرَةً إِلَّآ أَحۡصَىٰهَاۚ وَوَجَدُواْ مَا عَمِلُواْ حَاضِرٗاۗ وَلَا يَظۡلِمُ رَبُّكَ أَحَدٗا
En het Boek (waar alle daden van de mens in staan) zal geplaatst worden en jullie zullen de misdadigers angstig zien vanwege wat daarin is opgeschreven. Zij zullen zeggen: “Wee voor ons! Wat voor soort verslag is dit dat niets kleins of niets groots verzwijgt maar het zelfs genummerd heeft!” En zij zullen ontdekken dat al hun daden voor hen worden geplaatst en jullie Heer behandelt niemand onrechtvaardig.

50 - Al-Kahf (The Cave) - 050

وَإِذۡ قُلۡنَا لِلۡمَلَـٰٓئِكَةِ ٱسۡجُدُواْ لِأٓدَمَ فَسَجَدُوٓاْ إِلَّآ إِبۡلِيسَ كَانَ مِنَ ٱلۡجِنِّ فَفَسَقَ عَنۡ أَمۡرِ رَبِّهِۦٓۗ أَفَتَتَّخِذُونَهُۥ وَذُرِّيَّتَهُۥٓ أَوۡلِيَآءَ مِن دُونِي وَهُمۡ لَكُمۡ عَدُوُّۢۚ بِئۡسَ لِلظَّـٰلِمِينَ بَدَلٗا
En denk ook aan toen, toen Wij tegen de engelen zeiden: “Buig (jullie hoofden) voor Adam.” Dus bogen zij, behalve Iblies. Hij behoorde tot de djinn en weigerde gehoor te geven aan het bevel van zijn Heer. Zullen jullie hem en zijn nageslacht als bondgenoten verkiezen boven Mij, terwijl zij jullie (aarts)vijanden zijn? Wat slecht is deze ruil voor de onrechtvaardigen (van gehoorzaamheid aan Allah naar gehoorzaamheid aan de duivel).

51 - Al-Kahf (The Cave) - 051

۞مَّآ أَشۡهَدتُّهُمۡ خَلۡقَ ٱلسَّمَٰوَٰتِ وَٱلۡأَرۡضِ وَلَا خَلۡقَ أَنفُسِهِمۡ وَمَا كُنتُ مُتَّخِذَ ٱلۡمُضِلِّينَ عَضُدٗا
(Allah) maakte hen niet tot getuige van de schepping van de hemelen en de aarde en (zelfs) niet hun eigen schepping noch zou hij de misleiders als helpers nemen.

52 - Al-Kahf (The Cave) - 052

وَيَوۡمَ يَقُولُ نَادُواْ شُرَكَآءِيَ ٱلَّذِينَ زَعَمۡتُمۡ فَدَعَوۡهُمۡ فَلَمۡ يَسۡتَجِيبُواْ لَهُمۡ وَجَعَلۡنَا بَيۡنَهُم مَّوۡبِقٗا
En (gedenk) de Dag dat Hij zal zeggen: “Roep mijn zogenaamde deelgenoten aan die jullie hebben bedacht.” Dan zullen zij hun aanroepen, maar zij zullen hen niet antwoorden en Wij zullen een barrière tussen hen plaatsen.

53 - Al-Kahf (The Cave) - 053

وَرَءَا ٱلۡمُجۡرِمُونَ ٱلنَّارَ فَظَنُّوٓاْ أَنَّهُم مُّوَاقِعُوهَا وَلَمۡ يَجِدُواْ عَنۡهَا مَصۡرِفٗا
En de misdadigers zullen het vuur zien en vrezen dat zij daar in zullen vallen. En zij zullen geen ontsnappingsweg voor zichzelf kunnen vinden.

54 - Al-Kahf (The Cave) - 054

وَلَقَدۡ صَرَّفۡنَا فِي هَٰذَا ٱلۡقُرۡءَانِ لِلنَّاسِ مِن كُلِّ مَثَلٖۚ وَكَانَ ٱلۡإِنسَٰنُ أَكۡثَرَ شَيۡءٖ جَدَلٗا
En voorwaar, Wij hebben alle soorten voorbeelden in deze Qor’aan voor de mensheid gegeven. Maar de mens is bovenal twistenziek.

55 - Al-Kahf (The Cave) - 055

وَمَا مَنَعَ ٱلنَّاسَ أَن يُؤۡمِنُوٓاْ إِذۡ جَآءَهُمُ ٱلۡهُدَىٰ وَيَسۡتَغۡفِرُواْ رَبَّهُمۡ إِلَّآ أَن تَأۡتِيَهُمۡ سُنَّةُ ٱلۡأَوَّلِينَ أَوۡ يَأۡتِيَهُمُ ٱلۡعَذَابُ قُبُلٗا
En niets weerhoudt de mens van het geloven nu de leiding tot hen gekomen is, en van het vragen van vergiffenis van hun Heer behalve dat het voorbeeld van de mensen van vroeger hen overkwam of zij komen oog in oog met de bestraffing te staan?

56 - Al-Kahf (The Cave) - 056

وَمَا نُرۡسِلُ ٱلۡمُرۡسَلِينَ إِلَّا مُبَشِّرِينَ وَمُنذِرِينَۚ وَيُجَٰدِلُ ٱلَّذِينَ كَفَرُواْ بِٱلۡبَٰطِلِ لِيُدۡحِضُواْ بِهِ ٱلۡحَقَّۖ وَٱتَّخَذُوٓاْ ءَايَٰتِي وَمَآ أُنذِرُواْ هُزُوٗا
En Wij hebben de boodschappers niet gezonden behalve als brengers van goed nieuws en waarschuwers. Maar degenen die niet geloven redetwisten met valse argumenten om zo daarmee de waarheid te weerleggen. En zij behandelen Mijn tekenen als grap en spotternij!

57 - Al-Kahf (The Cave) - 057

وَمَنۡ أَظۡلَمُ مِمَّن ذُكِّرَ بِـَٔايَٰتِ رَبِّهِۦ فَأَعۡرَضَ عَنۡهَا وَنَسِيَ مَا قَدَّمَتۡ يَدَاهُۚ إِنَّا جَعَلۡنَا عَلَىٰ قُلُوبِهِمۡ أَكِنَّةً أَن يَفۡقَهُوهُ وَفِيٓ ءَاذَانِهِمۡ وَقۡرٗاۖ وَإِن تَدۡعُهُمۡ إِلَى ٱلۡهُدَىٰ فَلَن يَهۡتَدُوٓاْ إِذًا أَبَدٗا
En wie is er meer onrechtvaardiger dan degene die aan de tekenen van zijn Heer herinnerd wordt maar zich daarvan afkeert en vergeet welke (daden) zijn handen vooruit hebben gestuurd. Waarlijk, Wij hebben sluiers over hun harten geplaatst zodat zij dit niet zouden begrijpen en dat in hun oren doofheid is. En als jij hen oproept voor leiding, zelfs dan zullen zij nooit geleid worden.

58 - Al-Kahf (The Cave) - 058

وَرَبُّكَ ٱلۡغَفُورُ ذُو ٱلرَّحۡمَةِۖ لَوۡ يُؤَاخِذُهُم بِمَا كَسَبُواْ لَعَجَّلَ لَهُمُ ٱلۡعَذَابَۚ بَل لَّهُم مَّوۡعِدٞ لَّن يَجِدُواْ مِن دُونِهِۦ مَوۡئِلٗا
En jullie Heer is de meest Vergevingsgezinde, Eigenaar van Genade. Als Hij hen ter verantwoording roept voor wat zij verdiend hebben, dan zeker, zou Hij zich met hun bestraffing haasten. Maar zij hebben hun vastgestelde termijn waarna zij geen ontsnapping hebben.

59 - Al-Kahf (The Cave) - 059

وَتِلۡكَ ٱلۡقُرَىٰٓ أَهۡلَكۡنَٰهُمۡ لَمَّا ظَلَمُواْ وَجَعَلۡنَا لِمَهۡلِكِهِم مَّوۡعِدٗا
En deze steden hebben Wij vernietigd toen zij zondigden. En Wij hebben een bepaalde termijn voor hun vernietiging vastgesteld.

60 - Al-Kahf (The Cave) - 060

وَإِذۡ قَالَ مُوسَىٰ لِفَتَىٰهُ لَآ أَبۡرَحُ حَتَّىٰٓ أَبۡلُغَ مَجۡمَعَ ٱلۡبَحۡرَيۡنِ أَوۡ أَمۡضِيَ حُقُبٗا
(En gedenk) toen Moesa tegen zijn jonge knecht zei: “Ik zal het (reizen) niet opgeven tot ik de samenvloeiing van de twee zeeën bereik of (tot) ik jaren en jaren reizend heb doorgebracht.”

61 - Al-Kahf (The Cave) - 061

فَلَمَّا بَلَغَا مَجۡمَعَ بَيۡنِهِمَا نَسِيَا حُوتَهُمَا فَٱتَّخَذَ سَبِيلَهُۥ فِي ٱلۡبَحۡرِ سَرَبٗا
Maar toen zij de samenvloeiing van de twee zeeën bereikten, vergaten zij hun vis en het nam zijn weg naar de zee.

62 - Al-Kahf (The Cave) - 062

فَلَمَّا جَاوَزَا قَالَ لِفَتَىٰهُ ءَاتِنَا غَدَآءَنَا لَقَدۡ لَقِينَا مِن سَفَرِنَا هَٰذَا نَصَبٗا
En toen zij verder waren gegaan, zei Moesa tegen zijn jonge knecht: “Breng ons ons ontbijt, waarlijk, wij zijn erg moe geworden in deze zware reis.”

63 - Al-Kahf (The Cave) - 063

قَالَ أَرَءَيۡتَ إِذۡ أَوَيۡنَآ إِلَى ٱلصَّخۡرَةِ فَإِنِّي نَسِيتُ ٱلۡحُوتَ وَمَآ أَنسَىٰنِيهُ إِلَّا ٱلشَّيۡطَٰنُ أَنۡ أَذۡكُرَهُۥۚ وَٱتَّخَذَ سَبِيلَهُۥ فِي ٱلۡبَحۡرِ عَجَبٗا
Hij zei: “Weet je nog dat wij onszelf bij die rots hebben neergelegd? Waarlijk, ik was de vis beslist vergeten en niemand anders dan Shaytaan heeft mij doen vergeten om mij hem te herinneren. Het heeft zijn weg op een vreemde (manier) naar de zee gevonden!"

64 - Al-Kahf (The Cave) - 064

قَالَ ذَٰلِكَ مَا كُنَّا نَبۡغِۚ فَٱرۡتَدَّا عَلَىٰٓ ءَاثَارِهِمَا قَصَصٗا
(Moesa) zei: “Dat is waar wij naar gezocht hebben.” Dus keerden zij op hun voetsporen terug.

65 - Al-Kahf (The Cave) - 065

فَوَجَدَا عَبۡدٗا مِّنۡ عِبَادِنَآ ءَاتَيۡنَٰهُ رَحۡمَةٗ مِّنۡ عِندِنَا وَعَلَّمۡنَٰهُ مِن لَّدُنَّا عِلۡمٗا
Toen vonden zij één van Onze dienaren (Dhoel-Qarnain, een rechtschapen man), die Wij Onze genade hadden gegeven, en die Wij in Onze kennis onderwezen hadden.

66 - Al-Kahf (The Cave) - 066

قَالَ لَهُۥ مُوسَىٰ هَلۡ أَتَّبِعُكَ عَلَىٰٓ أَن تُعَلِّمَنِ مِمَّا عُلِّمۡتَ رُشۡدٗا
Moesa zei tegen hem (Khidr): “Mag ik je volgen zodat u mij iets van die kennis wat u onderwezen is kan leren [1]?
[1]weer een bewijs dat kennis vergaren verplicht is voor iedere moslim. En besef dat Khidr geen profeet was, maar ondanks dat leert Allah aan Moesa dat hij lang moest reizen en veel geduld moest hebben, dit allemaal om bij Khidr kennis op te doen. Laten wij dan ook moeite doen om kennis op te doen.

67 - Al-Kahf (The Cave) - 067

قَالَ إِنَّكَ لَن تَسۡتَطِيعَ مَعِيَ صَبۡرٗا
Hij (Khidr) zei: “Waarlijk! Jij zou niet in staat zijn om geduld met mij te hebben!

68 - Al-Kahf (The Cave) - 068

وَكَيۡفَ تَصۡبِرُ عَلَىٰ مَا لَمۡ تُحِطۡ بِهِۦ خُبۡرٗا
En hoe kun je nu geduld hebben over iets waar je geen kennis van hebt?”

69 - Al-Kahf (The Cave) - 069

Scroll to Top